9.3.13 Een Smart Grid aansluiten
EPRA14~18D + ETSH/X(B)16P50E
Daikin Altherma 3 H HT ECH₂O
4P759883-1 – 2024.03
3 Bevestig de kabel met kabelbinders op de kabelbinderbevestigingen.
Algemene informatie, zie
4
binnenunit" [
125].
OPMERKING
Selecteer en installeer de veiligheidsthermostaat volgens de geldende wetgeving.
Om onnodig inschakelen van de veiligheidsthermostaat te vermijden, adviseren we
het volgende:
▪
De veiligheidsthermostaat is automatisch opnieuw instelbaar.
▪
De veiligheidsthermostaat heeft een maximaal temperatuurvariatiebereik van
2°C/min.
▪
Er is een minimale afstand van 2 m tussen de veiligheidsthermostaat en de 3-
wegsklep.
OPMERKING
Storing. Als u de jumper verwijdert (open circuit) maar de veiligheidsthermostaat
NIET aansluit, zal er een stopstoring 8H-03 optreden.
INFORMATIE
Configureer de veiligheidsthermostaat ALTIJD nadat deze werd geïnstalleerd. Zonder
configuratie zal de unit het contact van de veiligheidsthermostaat negeren.
Dit onderwerp beschrijft 2 mogelijke manieren om de binnenunit op een Smart
Grid aan te sluiten:
▪
In geval van Smart Grid-laagspanningscontacten
▪
In geval van Smart Grid-hoogspanningscontacten. Dit vereist de installatie van de
Smart Grid-relaiskit (EKRELSG).
De 2 binnenkomende Smart Grid-contacten kunnen de volgende Smart Grid-
standen inschakelen:
Smart Grid-contact
1
0
0
1
1
Het gebruik van een Smart Grid-pulsmeter is niet verplicht:
Als er een Smart Grid-pulsmeter is...
Gebruikt
([9.A.2] Elektriciteitsmeter 2 ≠
Geen)
Niet gebruikt
([9.A.2] Elektriciteitsmeter 2 =
Geen)
9
"9.3.1 Elektrische bedrading aansluiten op de
Smart-Grid-bedrijfsmodus
2
0
Vrij bedrijf
1
Gedwongen uit
0
Aanbevolen aan
1
Gedwongen aan
Dan is [9.8.8] kW-instelling
Niet van toepassing
Van toepassing
Elektrische installatie
|
beperken ...
Uitgebreide handleiding voor de installateur
141