Menu Scannen gebruiken
U kunt als volgt het menu Scannen openen en door het menu bladeren:
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Scannen.
Het standaardvenster voor scannen wordt geopend.
2
Druk herhaaldelijk op
3
Als u geen instellingen wilt wijzigen, drukt u op Kleur of Zwart.
4
Druk op
als u een instelling wilt aanpassen.
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk op .
7
Druk herhaaldelijk op
8
Druk op .
Opmerking: Als u op
geselecteerde instelling.
9
Voor andere submenu's en instellingen, herhaalt u stap 7 en stap 8 indien nodig.
10
Druk zo nodig herhaaldelijk op
11
Druk op Kleur of Zwart.
Optie
1
Kwaliteit
1
Origineel
Extra
1
Tijdelijke instelling. Zie voor meer informatie over het opslaan van tijdelijke instellingen en andere
instellingen"Instellingen opslaan" op pagina 15.
Menu Faxen gebruiken
U kunt als volgt het menu Faxen openen en door het menu bladeren:
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
Het standaardvenster voor faxen wordt geopend.
2
Als u de instellingen niet wilt wijzigen, geeft u het faxnummer op en drukt u op Kleur of Zwart.
of
tot de gewenste scanbestemming wordt weergegeven.
of
tot het gewenste menu-item wordt weergegeven.
of
tot het gewenste submenu-item of de gewenste instelling wordt weergegeven.
drukt, wordt een instelling geselecteerd. Een * wordt weergegeven naast de
om terug te keren naar de vorige menu's en andere instellingen op te geven.
Handeling
De kwaliteit van een scan aanpassen.
Het formaat van het originele document opgeven.
•
Onderhoud
–
–
–
–
•
Apparaatinstelling: instellingen voor printerinstallatie
aanpassen.
•
Standaardwaarden: printerinstellingen aanpassen.
Inktvoorraden weergeven.
Inktcartridges reinigen.
Cartridges uitlijnen.
Een testpagina afdrukken.
12