Reiniging en onderhoud
Bij reiniging van de vetfilters in de
afwasautomaat moet u er rekening
mee houden dat gebruik van sommi-
ge reinigingsmiddelen tot verkleurin-
gen van de metalen vetfilters kan lei-
den.
Deze verkleuringen hebben echter
geen nadelig effect op het gebruik
en de werking van de vetfilters.
Leg de vetfilters na het reinigen nog
een tijdje op een vochtopnemende
onderlaag te drogen.
Als u de vetfilters heeft verwijderd,
kunt u het beste die delen van de
ommanteling waar u bij kunt komen
ontdoen van het vet dat zich daar
heeft vastgezet.
Daarmee voorkomt u brand.
Let er bij het plaatsen van de vetfil-
ters op dat de vergrendelingen naar
de kookplaat wijzen.
Mocht er een keer een vetfilter ver-
keerd geplaatst zijn, dan moet u het
filter door de uitsparingen met een
kleine schroevendraaier ontgrende-
len.
Druk na het terugplaatsen van de
vetfilters ca. 4 seconden op de vetfil-
tertoets om de teller terug te zetten.
Reiniging en onderhoud
Actief koolstoffilters
Wanneer de afzuigkap op luchtcircula-
tie is aangesloten moeten er naast de
vetfilters ook nog 2 actief koolstoffilters
worden geplaatst. Deze filters nemen
alle keukenluchtjes op.
Verwijder de vetfilters.
Verwijder de verpakking van de ac-
tief koolstoffilters.
Zet de filters in het apparaat en wel
achter in het wasemscherm bij het af-
zuigrooster en haal ze aan de voor-
kant iets omhoog.
Plaatst u de filters voor het eerst, stel
dan de teller voor de actief koolstoffil-
ters in. Zie hoofdstuk: "Bediening".
Vervang de actief koolstoffilters altijd zo-
dra het controlelampje van de koolstof-
filtertoets brandt of zodra de keuken-
luchtjes niet meer voldoende worden
opgenomen, in ieder geval echter 3 of
4 keer per jaar, afhankelijk van het ge-
bruik.
Druk na het vervangen van de actief
koolstoffilters ca. 4 seconden op de
koolstoffiltertoets om de teller terug
te zetten.
17