Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Help? Terminologie

BMS
Met deze functie kunt u de mate van versterking
regelen voor het basbereik van de optionele
vermogensversterker met BMS-functies die is
aangesloten via de EXT.CONT.-kabel.
De waarden die moeten worden gewijzigd en de
werking van de versterker tijdens de verandering
kunnen variëren afhankelijk van de gebruikte
versterker. Raadpleeg voor meer informatie de
bedieningshandleiding van de aangesloten
vermogensversterker. Voor de versterker met BMS-
functie raadpleegt u de catalogus.
BMS F
Met deze functie wordt de centrale frequentie van
de basisversterking die wordt ingesteld via "BMS"
aangepast.
Bij een instelling van "LOW" wordt de frequentie met
20–30% verlaagd.
CD READ (CD lezen)
Hiermee wordt de methode voor het lezen van CD's
opgegeven.
Als een CD met een speciale indeling niet correct
wordt afgespeeld, wordt de CD afgespeeld als u "2"
opgeeft. Ook na de selectie van "2" is het wellicht niet
mogelijk bepaalde muziek-CD's af te spelen. Ook kunt
u geen audio- of afbeeldingsbestanden afspelen als "2"
is ingesteld. Onder normale omstandigheden stelt u
deze functie in op "1".
1 : Er wordt automatisch onderscheid gemaakt tussen
een disk met audio- of afbeeldingsbestanden en
een muziek-CD tijdens het afspelen van de disk.
2 : De disk wordt afgespeeld als CD.
CODE SET (Beveiligingscode instellen)
Hiermee wordt de beveiligingscode ingesteld.
Als eenmaal een beveiligingscode is ingesteld, moet
u als u het apparaat voor het eerst gaat gebruiken
nadat het was uitgeschakeld, nadat het netsnoer was
losgekoppeld of nadat de reset-knop was ingedrukt,
eerst de ingestelde beveiligingscode invoeren voordat
de stroom wordt ingeschakeld. Met andere woorden,
deze functie helpt diefstal te voorkomen omdat de
beveiligingscode moet worden ingevoerd nadat het
apparaat uit het voertuig is verwijderd.
DIM (Dimmer)
Het display wordt automatisch verlicht als de
verlichting in het voertuig aan gaat.
70
KDV-5234
DISP
Als deze functie is uitgeschakeld, wordt het display
uitgeschakeld als het apparaat niet binnen vijf
seconden wordt bediend. Hierdoor wordt voorkomen
dat het display wordt gereflecteerd in de ramen van
het voertuig.
Als echter een van de modi is ingesteld, wordt het
display niet na vijf seconden uitgeschakeld.
Als het display is uitgeschakeld, wordt het display weer
ingeschakeld nadat u op een willekeurige knop hebt
gedrukt.
Als het display wordt uitgeschakeld, kunt u alleen het
apparaat aan of uit zetten, het volume aanpassingen
een bron selecteren of een disk uitwerpen.
DSI (Disabled System Indicator)
Hiermee schakelt u de beveiligingsindicator in of uit.
Als deze functie is ingeschakeld en het paneel is
verwijderd, knippert de LED voor de [0]-knop (Eject)
zodat deze werkt als een waarschuwingslampje tegen
diefstal.
KEY (Knopverlichting)
U kunt kiezen uit een groene of rode knopverlichting.
LO.S (Lokaal zoeken)
Er wordt bij automatisch zoeken alleen afgestemd op
zenders die goed te ontvangen zijn.
MONO (Monofunctie)
Met deze functie wordt een FM stereo-uitzending
overgeschakeld naar monogeluid.
Als u naar een FM-zender met slechte ontvangst
luistert, kunt u overschakelen op monogeluid om
de ruis te verminderen en de geluidskwaliteit te
verbeteren.
M/V (Macrovisie-versie)
Hiermee wordt de versie weergegeven van de
technologie voor copyrightbescherming die wordt
gebruikt in een DVD.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave