De bloeddruk is de druk binnen de bloedvaten. Het wordt uitgeoefend door het bloed op de
wanden van de slagaders, en wordt uitgedrukt in millimeter kwik (mmHg).
Wanneer het hart samentrekt (systolische of maximale druk): de druk verhoogt drastisch in
de slagaders, dat is het eerste cijfer dat de arts u vertelt bij het meten van uw bloeddruk. Het
is normaal gesproken lager dan 15 (150 mmHg).
Wanneer het hart ontspant tussen twee slagen neemt de druk af (diastolische of minimale
druk): Deze druk komt overeen met het tweede cijfer dat uw arts u vertelt bij het meten van
uw bloeddruk. Het is in het algemeen tussen 5 en 9 (50 tot 90 mmHg).
Beide cijfers geven belangrijke informatie over uw gezondheid. Hoe moeilijker het is voor
het bloed om door de aders te stromen, hoe hoger deze twee cijfers zullen zijn. Als de bloed-
druk voortdurend onder het normale niveau is spreken we van een hypertensie.
De bloeddruk varieert sterk gedurende de dag en deze variaties zijn nog groter bij hyper-
tensieve patiënten. Het is lager in de ochtend en neem toe in de middag en in de avond.
Tijdens de slaap neemt het af. De bloeddruk is in de zomer lager dan in de winter en stijgt
aanzienlijk met de leeftijd. De bloeddruk verhoogt ook tijdens inspanningen, geslachtsge-
meenschap, zwangerschap, stress...
VOORBEELD VAN EEN VARIATIE VAN DE BLOEDDRUK BIJ EEN 35-JARIGE MAN
TV
14
12
10
8
6
4
0
12h
14h
16h
18h
20h
22h
Factoren die variaties kunnen veroorzaken in de bloeddruk: ademhaling, beweging, stress,
angst, verandering van temperatuur en/of milieu, maaltijden, discussie, baden, roken, alco-
hol drinken...
Opmerking: Eén of twee bloeddrukmetingen geven u geen echte indicatie van uw bloeddruk, het is belang-
rijk om dagelijks en regelmatig te controleren om nauwkeurige gegevens te verkrijgen. Uw bevindingen
communiceren met uw arts kan helpen bij de diagnose en mogelijke gezondheidsproblemen voorkomen.
De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie - WHO - World Health Organisation) heeft de ty-
pologie ontwikkeld van de bloeddruk, aangegeven in de tabel hieronder (1999 - herzien in
2003). Toch blijft deze typologie een algemene richtlijn, de bloeddruk varieert van persoon
tot persoon op basis van leeftijd, gewicht en gezondheid.
28
BewellConnect - BW-BW1 - User Manual - 082015
SYS.
DIA.
24h
02h
04h
06h
08h
10h
HET WORDT AANBEVOLEN OM UW ARTS TE RAADPLEGEN OM UW NORMALE BLOEDDRUK
TE BEPALEN
TABEL MET CLASSIFICATIE VAN BLOEDDRUKWAARDEN (IN MMHG)
Arteriële systolische
Benaming
druk (maxi)
Optimale waarden
lager dan 120
Normaal
lager dan 130
Normaal hoog
tussen 130 en 139
Lichte hypertensie
tussen 140 en 159
Graad I
Gematigde
tussen 160 en 179
hypertensie Graad II
Ernstige
hypertensie Graad
hoger dan 180
III
Opmerking: Er bestaat geen vastgestelde universele standaard voor hypotensie (lage bloeddruk),
maar een systolische druk onder 99 mmHg wordt algemeen beschouwd als hypotensie.
3. KENMERKEN
- Oscillometrische methode, het meten via inflatie
- 3 opeenvolgende metingen, automatisch
- Systeem voor detectie van hartritmestoornissen
- Scherm met een duidelijke weergave van de metingen: systolische druk, diastolische druk,
hartslag
- Weergavescherm van het apparaat: Resultaat van de eerste twee metingen en het gemid-
delde van de drie
- Toepassing: Automatische berekening en weergave van het gemiddelde van de drie metingen
- Gemakkelijke aanpassing van de stevige armband
- Compact formaat, gemakkelijk mee te nemen
- Gebruiksvriendelijk
- Automatische uitschakeling
- Overdracht van gegevens op een telefoon/tablet via Bluetooth 4.0
BewellConnect - BW-BW1 - User Manual - 082015
Arteriële
WGO-vermel-
diastolische druk
ding
(mini)
in kleur
lager dan 80
groen
lager dan 85
groen
tussen 85 en 89
oranje
tussen 90 en 99
rood
tussen 100 en 109
rood
hoger dan 110
rood
29