De Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u de batterij in de opnamemodus sparen. Als
de camera niet wordt gebruikt, wordt het scherm snel donker om het
batterijverbruik te verminderen.
1
Configureer de instelling.
Druk op de knop <q> en druk vervolgens
op de knoppen <q><r> om [
te kiezen.
[
opnamescherm
Het scherm wordt donker wanneer de
camera niet wordt gebruikt gedurende
ongeveer twee seconden en ongeveer
tien seconden nadat het scherm donker
is geworden, schakelt het scherm uit. De
camera wordt na ongeveer drie minuten
inactiviteit uitgeschakeld.
Maak de opname.
2
Als het scherm is uitgeschakeld maar
de lens nog niet is ingetrokken, kunt
u het scherm weer inschakelen en
gereedmaken voor het maken van
opnamen door de ontspanknop half in
te drukken.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling,
selecteert u [
]
] verschijnt nu op het
(=
98).
] in stap 1.
Overige instellingen
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
Configureer de instelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Raster] op het tabblad [4] en kies
[Aan]
Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
•
Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Foto's
Films
(=
27).
Voorblad
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Smart Auto-
2
modus
Andere
3
opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
Menu
6
Instellingen
7
Accessoires
8
Bijlage
Index
58