Instellingen
• B ehendigheid en interactie: de instellingen aanpassen voor een betere toegankelijkheid voor
gebruikers met een verminderde handigheid.
– Hulpmenu: instellen dat het apparaat het sneltoetspictogram weergeeft waarmee u
functies kunt openen die door externe toetsen worden ondersteund of functies op het
meldingenvenster. U kunt het menu ook bewerken in het snelkoppelingspictogram.
– Wekken via sensor: instellen dat het apparaat het scherm inschakelt door uw hand over
de sensor boven aan het apparaat te bewegen. Deze functie is alleen beschikbaar voor het
interne aanraakscherm.
– Slim scrollen: instellen dat u op omhoog of omlaag scrolt op het scherm door uw hoofd
omhoog en omlaag te bewegen of het apparaat te kantelen. Deze functie is alleen
beschikbaar voor het interne aanraakscherm.
– Vertraging bij tikken en vasthouden: stel de herkenningstijd in voor tikken op het scherm
en vinger op het scherm houden.
– Interactiebeheer: activeer de interactiebeheerstand om de reactie van het apparaat op
invoer te beperken tijdens het gebruik van apps.
• R echtstreekse toegang: instellen dat het apparaat geselecteerde toegankelijkheidsmenu's
moet openen wanneer u drie keer snel op de starttoets drukt.
• O proepen beantwoorden en beëindigen: u kunt de methode voor het beantwoorden of
beëindigen van oproepen wijzigen.
• E én keer tikken: instellen dat het apparaat inkomende oproepen of meldingen beheert door op
de toets te tikken in plaats van deze te verslepen.
• T oegankelijkheid beheren: de toegankelijkheidsinstellingen ex- of importeren om ze te delen
met andere apparaten.
• S ERVICES: toegankelijkheidsservices weergeven die zijn geïnstalleerd op het apparaat.
Blokkeerstand
Selecteer welke meldingen moeten worden geblokkeerd of stel in dat meldingen voor oproepen
van bepaalde contacten zijn toegestaan in de blokkeerstand.
Tik op het scherm Instellingen op Blokkeerstand en tik op de schakelaar Blokkeerstand om deze in
te schakelen.
135