ELEKTRONISCH
BEDIENINGSPANEEL
MET LCD-SCHERM
VALLOX 90 S
VALLOX 90 SE E E E
VALLOX 90 S
VALLOX 90 S
2.
Gebruiksaanwijzing: VALLOX 90 SE
De WTW-unit mag nooit uitgeschakeld worden. Enkel op die manier wordt de
binnenlucht permanent vernieuwd. Zelfs wanneer men voor langere tijd met
vakantie gaat, mag het toestel niet uitgeschakeld worden. Wanneer dit wel
gedaan wordt, zullen de kamers muf beginnen ruiken en tijdens het stookseizoen
kan de vochtigheid in de binnenlucht condenseren in de leidingen en andere
delen van het toestel. Dit kan leiden tot vochtschade. De sensoren zullen de
ventilatie automatisch op de meest geschikte stand zetten. Dus ook wanneer er
niemand thuis is.
2.1.
Ingebruikname
1. De stekker in het stopcontact steken. VALLOX 90 SE is nu klaar voor gebruik.
2. Het toestel inschakelen en het gepaste ventilatiedebiet selecteren op het
bedieningspaneel. Het toestel heeft een of meerdere bedieningspanelen. Voor
het correcte gebruik van het bedieningspaneel, zie Delen 3.2.1. en 3.2.2.
In normale omstandigheden volstaat de basisinstelling. De lucht wordt dan elke
tweeënhalf uur ververst. Instellen op een hogere stand is nodig bij het koken, het
wassen en drogen van kledij, familiefeestjes en gebruik van de sauna. Als het
toestel ook uitgerust is met CO
automatisch geregeld.
2.2
Ventilatieregeling
De ventilatie kan geregeld worden via het meegeleverde bedieningspaneel of via
een LON-converter (optie).
Bijkomend kunnen kooldioxide- en vochtigheidssensoren aangesloten worden
voor een automatische ventilatieregeling.
Het vermogen van de ventilator kan ook geregeld worden met een
spanningssignaal of stroomsignaal.
2.3
Instelmogelijkheden via het bedieningspaneel
Volgende functies kunnen via het bedieningspaneel ingesteld worden:
Regeling van het ventilatiedebiet
Opstarten en stoppen.
Regelen van het vermogen (8 standen).
Instellen van basissnelheid en maximumsnelheid van de ventilator. Het
ventilatiedebiet kan niet lager ingesteld worden dan de basissnelheid van de
ventilator. Wanneer de CO
het
vermogen
niet
maximumsnelheid van de ventilator wordt overschreden. Wanneer de CO
vochtigheidssensoren gedeactiveerd zijn, kan de ventilatorsnelheid verhoogd
worden tot stand 8.
Regelfuncties voor de temperatuur van de aangevoerde lucht
In- en uitschakelen van het elektrisch naverwarmingselement.
Instellen van de gewenste temperatuur van de aangevoerde lucht
(+10° C...+30° C).
Selecteren van de regelingsmodus voor de regeling van de gewenste
temperatuur van de aangevoerde lucht (constante temperatuurregeling,
temperatuurregeling in cascade) .
Voorverwarming
Instellen
van
de
(-6° C...+15° C afgevoerde lucht).
Wijzigen van de instelwaarden.
Er kunnen maximum 3 bedieningspanelen tegelijkertijd operationeel zijn.
Wanneer twee of meerdere bedieningspanelen tegelijkertijd in gebruik zijn,
geldt de laatst ingestelde regelfunctie.
-en vochtigheidssensoren, wordt de ventilatie
2
- en vochtigheidssensoren geactiveerd zijn, kan
2
zodanig
aangepast
worden
regeltemperatuur
van
het
dat
daardoor
de
-en
2
voorverwarmingselement