Inhoudsopgave
Advertenties
PROBLEEM
Buitenlucht is koud bij het
1
binnenkomen.
De
ventilator
2
luchtaanvoer
voortdurend.
De
ventilator
3
luchtaanvoer stopt en start te
vaak.
Het
onderhoudmeldings-
4
symbool ( ) verschijnt op de
display en het toestel werkt
opnieuw normaal.
"Exh.
air
sensor
5
melding
verschijnt
display en
het
toestel
gestopt.
"Sup.
air
sensor
6
melding
verschijnt
display en
het
toestel
gestopt.
"Ind. air sensor fault" melding
7
verschijnt op de display en
het toestel is gestopt.
"Out air sensor fault" melding
8
verschijnt op de display en
het toestel is gestopt.
VALLOX 90 S
VALLOX 90 S
VALLOX 90 SE E E E
VALLOX 90 S
OORZAAK
De lucht koelt af in de leidingen
op zolder.
De warmtewisselaar is bevroren
en de afgevoerde lucht kan geen
buitenlucht verwarmen.
Het naverwarmingselement werkt
niet.
De filter voor luchtafvoer is
verstopt
.
De
aanvankelijke
regelingen
uitgevoerd.
voor
Het uitvallen van de ventilator
stopt
voor luchtaanvoer is actief.
Opmerking!
Wanneer
de
teveel wordt verlaagd is het
mogelijk dat de cel bevriest. Zie
figuur 1 op deze pagina.
voor
Het verschil tussen de stop- en
starttemperatuur is te klein.
Het onderhoudmeldingssymbool
in
de
hoofddisplay
bedieningspaneel gaat ongeveer
om de 4 maanden branden
(fabrieksinstelling).
De
onderhoudsfrequentie
gewijzigd
handleiding voor gebruik van het
bedieningspaneel, Deel 3.3.18.).
fault"
Er treedt een fout op in de
op
de
dooisensor.
is
fault"
Er treedt een fout op in de sensor
op
de
voor luchtaanvoer.
is
Er treedt een fout op in de
binnenluchtsensor.
Er treedt een fout op in de
buitenluchtsensor.
OPLOSSING
De leidingen op zolder controleren.
De
controleren, wanneer de warmtewisselaar bevroren
is. De instelwaarde kan met 1 of 2° C verhoogd
worden, of de sensor kan dichter bij de cel gebracht
worden, zodanig dat de ventilator van de afgevoerde
lucht vroeger stopt (zie handleiding voor gebruik van
het
ontdooien alvorens de deur te sluiten.
De zuiverheid controleren van de filters en de
warmtewisselaar.
ventilatie-
werden
niet
De ventilator valt minder vaak uit en het rendement
ligt hoger wanneer de instelwaarde met 1 of 2° C
wordt
(Zie
drempelwaarde
bedieningspaneel, Deel 3.3.20.).
Het verschil met 1 of 2° C verhogen en de tijdspanne
tussen het stoppen en het starten van de ventilator
voor luchtaanvoer verhogen. (Zie handleiding voor
gebruik van het bedieningspaneel, Deel 3.3.19).
De zuiverheid van de filters en het toestel
van
het
controleren en reinigen of vervangen indien nodig.
Ook de buitenluchtrooster controleren.
Het onderhoudmeldingssymbool aanklikken om het
te laten verdwijnen. (Zie handleiding voor het gebruik
kan
van het bedieningspaneel, Deel 3.3.7.).
worden
(zie
Contact opnemen met een vertegenwoordiger van
de technische dienst. De montage van de sensor
controleren en deze vervangen, indien nodig.
Contact opnemen met een vertegenwoordiger van
de technische dienst. De montage van de sensor
controleren en deze vervangen, indien nodig.
Contact opnemen met een vertegenwoordiger van
de technische dienst. De montage van de sensor
controleren en deze vervangen, indien nodig.
Contact opnemen met een vertegenwoordiger van
de technische dienst. De montage van de sensor
controleren en deze vervangen, indien nodig.
instelwaarde
voor
de
bedieningspaneel,
Deel
handleiding
voor
gebruik
antivriesbeveiliging
3.3.20).
De
cel
verlaagd.
van
het
Advertenties
Inhoudsopgave
