Quilten
Een quilt bestaat gewoonlijk uit drie lagen: twee
lagen stof met een laag vulling ertussen.
U kunt uit zeer veel verschillende steken en
technieken kiezen om de drie lagen mee aan elkaar
te naaien.
Patchwork
Voor de bovenlaag van de quilt worden allerlei
lapjes stof aan elkaar gezet in steeds nieuwe
variaties. De 6 mm quilt- en patchworkvoet met
IDT
systeem is bijzonder goed geschikt voor het
™
aan elkaar naaien van deze lapjes stof. De afstand
tussen de naald en de buitenrand van de naaivoet
is 6,3 mm en tussen de naald en de binnenrand van
de naaivoet 3,15 mm.
1.
Bevestig de quilt- en patchworkvoet
2.
Schakel het IDT
systeem in.
™
3.
Naai lapjes stof aan elkaar met een rechte steek.
4.
Als u een naadtoeslag van 6,3 mm gebruikt,
leidt u de stof langs de buitenste rand van de
naaivoet. Als u een naadtoeslag van 3,15 mm
gebruikt, leidt u de stof langs de binnenste
rand van de naaivoet.
Doorstikken in de naad
Gebruik de Siersteekvoet 1A met IDT
Doorstikken in de naad betekent dat u de geleider
op de naaivoet gebruikt om de naden in de
quiltblokken te volgen.
Speld eerst alle lagen aan elkaar met
veiligheidsspelden - begin in het midden van uw
quilt en werk dan naar buiten. Breng iedere 15-20
cm een speld aan.
Let op: U kunt ook de optionele doorstikvoet met IDT
systeem 820 925- 096 gebruiken.
Crazy-quiltsteken
Versier uw quilt met decoratieve steken. De steken
kunnen in een bijpassende of een contrasterende
kleur worden genaaid. Soms worden decoratieve
garens gebruikt, zoals rayon borduurgaren of
dikke katoenen garens.
Meanderen uit de vrije hand
Door te meanderen uit de vrije hand houdt u niet
alleen de bovenkant, de vulling en de achterkant
bij elkaar, maar voegt u ook structuur en karakter
toe aan uw quilt.
Meanderen uit de vrije hand doet u met de
transporteur verzonken. U beweegt de stof met de
hand om de steeklengte te bepalen.
1.
Stel uw naaimachine in op meanderen door de
rechte steek nr. 1 te selecteren.
2.
Bevestig de Open naaivoet voor quilten en
naaien uit de vrije hand. Vergeet niet het IDT
systeem uit te schakelen.
3.
Verzink de transporteur.
systeem.
™
4.
Speld uw quiltlagen vast met
veiligheidsspelden en bereid uw quilt voor
zoals hierboven is uitgelegd onder Doorstikken
in de naad.
Tip! Oefen het meanderen op stukjes stof met vulling.
Door met een constante snelheid te naaien, kunt u de
steken makkelijker gelijkmatig houden.
5.
Begin in het midden van de quilt. Naai één
™
steek en trek de onderdraad naar de bovenkant
van de quilt. Maak een aantal steken precies
naast elkaar om de draden vast te zetten.
6.
Beweeg nu de quilt zodat allerlei krullen
ontstaan. Het motief mag zichzelf niet kruisen
en moet golvende bewegingen maken.
™
35