Inhoudsopgave
Advertenties
5. INSTRUCTIE VAN GEBRUIK
1. Houd 3 seconden ingedrukt om het apparaat uit of in te schakelen.
2. Druk op de knop om de binnenverlichting van uw kelder in of uit te schakelen. Er verschijnt een "lamp"-pictogram op
het scherm wanneer de verlichtingsfunctie operationeel is; hij is
3. Druk op de toets om de temperatuurzone te selecteren die u wilt aanpassen. Op het linkerdisplay wordt de instelling
voor de bovenste kelderzone weergegeven, op het rechterdisplay de onderste zone. Wanneer de zone is geselecteerd,
gaat het display knipperen. Gebruik de toetsen "4" en "5" om de temperatuur in te stellen. De temperatuur wordt
geregistreerd na 5 seconden inactiviteit.
4. Druk op de knop om de ingestelde temperatuur met 1°C te verhogen. Vergeet niet om vóór deze actie de gewenste
zone te selecteren met behulp van de toets "3".
5. Druk op de knop om de ingestelde temperatuur met 1°C te verlagen. Vergeet niet om vóór deze actie de gewenste zone
te selecteren met behulp van de toets "3".
6. Houd de twee toetsen "5" en "7" gedurende 3 seconden ingedrukt. Wanneer u een pieptoon hoort, betekent dit dat
het bedieningspaneel is vergrendeld. Er verschijnt een "hangslot"-pictogram op het scherm. Houd dezelfde toetsen 3
seconden ingedrukt om het bedieningspaneel te ontgrendelen; het "hangslot"-pictogram verdwijnt van het scherm.
7. Houd de toets 3 seconden ingedrukt om de temperatuureenheid tussen graden Celsius en graden Fahrenheit te
selecteren.
Temperatuurbereik en insteladvies
Op het display wordt de ingestelde temperatuur weergegeven. Om de werkelijke temperatuur weer te geven, drukt u
gedurende 5 seconden op de instelknoppen voor lage en hoge temperatuur (4) en (5). De werkelijke temperatuur wordt
gedurende 5 seconden op het scherm weergegeven voordat deze terugkeert naar de ingestelde temperatuur.
AANDACHT ! De ingestelde temperatuur van het bovenste compartiment moet altijd kouder zijn dan die van het onderste
compartiment.
Voor beide compartimenten (boven en onder) kan de temperatuurinstelling worden aangepast van 5°C tot 20°C.
BELANGRIJK: om de werking van het apparaat te optimaliseren, is het belangrijk om de temperaturen aan te passen en
daarbij een verschil van maximaal 10°C tussen het bovenste en onderste compartiment te respecteren (bijvoorbeeld 8 en
18°C). Wanneer u via de Vinotag-app de temperatuur van uw kelder aanpast, moet u het minimale temperatuurverschil
tussen de twee zones respecteren en de temperatuur van de bovenste zone kouder instellen dan die van de onderste
zone.
OPMERKING: ventilatoren werken heel vaak om de temperatuur in de kelder te homogeniseren.
113
Advertenties
Inhoudsopgave
