Haal meer uit uw camera
Dit hoofdstuk is een uitgebreide versie van hoofdstuk 4. Hierin wordt
uitgelegd hoe u diverse functies gebruikt om foto's te maken.
•
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de modusschakelaar is ingesteld
op 4 en dat de camera in de modus G is gezet.
•
In de gedeelten 'De kleur wijzigen en opnamen maken'
met lange sluitertijd maken'
(p.
98), wordt aangenomen dat u de modusschakelaar hebt ingesteld op
4 en de bijbehorende modus hebt geselecteerd.
Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met een
•
functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren of de functie
in die modus beschikbaar is
(p. 97)
en 'Opnamen maken met Stitch-hulp'
(p. 168
– 171).
5
(p.
94), 'Opnamen
85