Trimmen
U kunt een deel van een opgeslagen beeld uitsnijden en dit opslaan als een nieuw
beeldbestand.
Snijgebied
Weergave van snijgebied
Resolutie na bijsnijden
130
Selecteer [Trimmen].
●
Druk op de knop n, selecteer
[Trimmen] op het tabblad 1 en druk
op de knop m.
Selecteer een beeld.
●
Druk op de knoppen qr of draai aan de
controleknop  om een beeld te selecteren
en druk vervolgens op de knop m.
Pas het snijgebied aan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld verschijnt
linksboven en het bijgesneden beeld
rechtsonder.
●
U kunt het kader kleiner of groter maken door
de zoomknop naar links of rechts te duwen.
●
Met de knoppen opqr kunt u het kader
verplaatsen.
Met de knop m wijzigt u de richting van het
●
kader.
●
In een beeld met gedetecteerde gezichten
verschijnen grijze kaders rond de gezichten
linksboven in het beeld. U kunt deze kaders
gebruiken voor bijsnijden. U kunt schakelen
tussen kaders door aan de controleknop Â
te draaien.
Druk op de knop n.
●
Sla het beeld op als een nieuw beeld
en geef het weer.
●
Volg stap 4 en 5 op
p.
129.