3.1 Algemeen
Voor stoomketeltoepassingen kan de sonde in een externe kamer of in de ketel geïnstalleerd worden. Voor installaties
in de ketelmantel moet een beschermhuls worden gebruikt. Zie de installatievoorbeelden in de figuren hiernaast.
WAARSCHUWING
Hoewel twee sondes in één beschermhuls geïnstalleerd kunnen worden, moeten, wanneer in een ketel
twee laagwateralarmen nodig zijn, deze in afzonderlijke beschermhulzen of kamers geïnstalleerd worden
en moeten afzonderlijke regelaars gebruikt worden.
Raadpleeg indien mogelijk de fabrikant van de ketel voor advies over de werk- en alarmwaterniveaus.
WAARSCHUWING
Onder bepaalde omstandigheden kan het waterniveau in een ketel anders zijn dan het niveau dat in het
peilglas wordt aangegeven. Bij Spirax Sarco is afzonderlijk voorlichtingsmateriaal over dit onderwerp
verkrijgbaar.
Schroefdraad Rp 1
Fig. 2 Voorbeeld van installatie 1: In de ketel met een door de klant geleverde beschermhuls
8
3. Installatie
Montageflens voor sonde LP11-4
Flens DN 50 PN 40
Verloopstuk K88.9x60.3x3.2 EN 10253-2
Ontluchtingsgat zo hoog mogelijk
- hoogwaterniveaumarkering minstens 20 mm onder het midden van het ontluchtingsgat
Beschermhuls >= DN 80
Sondestaaf
Laagst mogelijke LW-markering (bovengrens)
* Het laagste waterniveau moet hoger zijn dan het nulpunt van de waterniveaumeting
Verloopstuk K88.9x30x3.2
LP11-4 Niveausonde
IM-P693-05-NL EMM-UKn-02