Inhoudsopgave
Advertenties
nl
7.2
Installatie
7.3
Netaansluiting
14
De pomp moet worden geïnstalleerd op een droge, goed geventileerde en vorstvrije locatie,
op een vlak, stijf oppervlak met gebruik van de juiste schroeven.
VOORZICHTIG
Kans op beschadiging van de pomp
De aanwezigheid van vreemde materialen of onzuiverheden in de pomp-
behuizing kan invloed hebben op de werking van het producten.
Geadviseerd wordt om eventuele las- en soldeerwerkzaamheden te ver-
richten voordat de pomp wordt geïnstalleerd.
Spoel het circuit volledig door voordat u de pomp plaatst en in bedrijf
neemt.
•
De pomp moet worden geïnstalleerd in een eenvoudig toegankelijke positie om inspec-
tie of vervanging te vergemakkelijken.
•
Installeer de pomp op een gladde ondergrond.
•
De pomp moet worden vastgezet met gebruik van de 2 gaten op de lagerstoel (schroef
met Ø M8) (Fig. 2).
•
Zorg voor een minimale afstand tussen de ventilator van de motor en eventuele opper-
vlakken (Fig. 4).
•
Installeer bij zware pompen (Fig. 3a, item 11) een hijshaak uitgelijnd met de pompas om
de pomp eenvoudiger te kunnen demonteren.
•
Verwijder de condensaatstoppen (Fig. 1, item. 12) als de pomp zich in een omgeving met
condensaat bevindt. In dit geval wordt de motorbeschermingsklasse IP55 niet langer ge-
garandeerd.
WAARSCHUWING
Kans op ongevallen als gevolg van hete oppervlakken!
De pomp moet zodanig worden geplaatst, dat niemand de hete opper-
vlakken van het product kan aanraken wanneer het product in bedrijf is.
WAARSCHUWING
Gevaar voor kantelen
De pomp moet op een vlak, stijf oppervlak worden bevestigd.
VOORZICHTIG
Gevaar voor vreemde materialen in de pomp
Zorg dat u vóór de installatie de afsluitinrichtingen van het pomphuis
hebt verwijderd.
LET OP
Elke pomp kan in de fabriek zijn getest om de hydraulische prestaties te
verifiëren en er kan water in het product zijn achtergebleven. Ten behoe-
ve van de hygiëne moet de pomp voor gebruik worden doorgespoeld.
Breng isolatiemateriaal (kurk of versterkt rubber) onder de pomp aan om geluidsoverlast en
de overdracht van trillingen naar de installatie te vermijden.
•
De pomp mag niet het gewicht van de leidingen dragen (Fig. 5).
•
Toegestane inbouwposities voor pomp (Fig. 8).
•
Wij raden aan de pomp te voorzien van afsluiters aan de zuig- en perszijde.
•
Gebruik dilatatievoegen om het geluids- en trillingsniveau van de pomp te verminderen.
•
De dwarsdoorsnede van de leiding moet minstens even groot zijn als de diameter van
het zuigstuk op het pomphuis.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Medana CH1-LC • Ed.03/02/2021
Advertenties
Inhoudsopgave
