Instellingen configureren
1
Open het scherm met
instellingen.
z
z
Druk op de <k>-knop.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om
[Change Settings/Instellingen wijzigen]
te selecteren en druk vervolgens op de
<o>-knop.
2
Selecteer een item en pas
de instelling aan.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om een
item te selecteren.
z
z
Druk op de knoppen <l><r> om
de instellingen aan te passen en druk
vervolgens op de <v>-knop om uw
keuze te bevestigen.
3
Open het
beeldweergavescherm.
z
z
Druk op de knoppen <u><d> om
[Select & Print/Selecteren en afdrukken]
te selecteren en druk vervolgens op de
<o>-knop.
z
z
Zie
= 26
over elke functie.
–
31
voor meer informatie
4
Druk af.
z
z
Selecteer de beelden
aantal afdrukken
vervolgens op de <p>-knop om af
te drukken.
De deklaag kiezen (Afdrukdeklaag)
Voorbeeld van deklaag
[
Glossy/
[
Pattern 1/
Glanzend]
Patroon 1]
z
z
Door een subtiele structuur toe te voegen aan het oppervlakte van
afdrukken, kunt u een minder glanzende deklaag maken.
Glossy/Glanzend
Afdrukken met een glanzende oppervlaktedeklaag.
(standaardinstelling)
Voegt een lichtjes ruw oppervlaktepatroon toe voor een
Pattern 1/Patroon 1
minder glanzende deklaag.
Voegt een fijne oppervlaktepatroon toe voor een minder
Pattern 2/Patroon 2
glanzende deklaag.
Voegt een fijn, rastervormig oppervlaktepatroon toe voor
Pattern 3/Patroon 3
een minder glanzende deklaag.
•
De oppervlaktedeklaag is mogelijk niet erg zichtbaar afhankelijk van
de interne temperatuur van de printer wanneer u deze inschakelt.
Wacht totdat de printer is aangepast aan de omgevingstemperatuur
van 10 – 35 °C voordat u de printer inschakelt en begint met
afdrukken.
(=
15) en het
(=
15) en druk
[
Pattern 2/
[
Pattern 3/
Patroon 2]
Patroon 3]
Voorblad
Inhoudsopgave
Namen van
onderdelen
Basishandelingen
Afdrukinstellingen
Afdrukken via
USB-kabel
Problemen oplossen
Bijlage
26