Beschrijving van elk menu
FUNCTIE
Beeldmodus
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Huidkleur
Instellingen
opslaan
Beeldinstellingen
herstellen
50
Bediening
BESCHRIJVING
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van
het projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie
beeldmodus selecteren" op pagina 34
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op
basis van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie
Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3 instellen" op pagina 34
voor details.
Past de helderheid van het beeld aan. Zie
Helderheid" op pagina 35
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in.
Zie
"Aanpassen van het Contrast" op pagina 35
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie
Kleur" op pagina 35
voor details.
De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met
NTSC-systeem is geselecteerd.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Zie
"Aanpassen van de Tint" op pagina 35
De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met
NTSC-systeem is geselecteerd.
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie
Scherpte" op pagina 35
De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met
NTSC-systeem is geselecteerd.
Zie
"Huidkleur aanpassen" op pagina 35
Slaat de instellingen op voor de modus Gebruiker 1 of
Gebruiker 2 of Gebruiker 3.
Slaat de beeldinstellingen op voor de modus Gebruiker 1 of
Gebruiker 2 of Gebruiker 3.
voor details.
"Aanpassen van de
voor details.
"Aanpassen van de
voor details.
"Aanpassen van de
voor details.
voor details.
"Een
"De modus
voor details.