Voorschriften
HOverdracht aan de eigenaar
Leg de eigenaar bij de overdracht de bediening en bedrijfsvoorwaarden
van de cv-installatie uit.
▶ Leg de bediening uit – ga daarbij in het bijzonder in op alle veilig-
heidsrelevante handelingen.
▶ Wijs met name op de volgende punten:
– Ombouw of reparatie mogen alleen door een erkend installateur
worden uitgevoerd.
– Voor het veilig en milieuvriendelijk gebruik is minimaal een jaar-
lijkse inspectie en een behoefte-afhankelijke reiniging en onder-
houd nodig.
▶ Wijs op de mogelijke gevolgen (persoonlijk letsel tot levensgevaar of
materiële schade) van een ontbrekende of onjuiste inspectie, reini-
ging en onderhoud.
▶ Geef de installatie- en bedieningsinstructies aan de eigenaar in bewa-
ring.
1.2.1
Koelmiddel
HKoudemiddel R32
▶ Dit toestel is gevuld met koudemiddel R32. Wanneer koudemiddel-
gas in contact met vuur komt, kan een giftig gas of brand ontstaan.
▶ Laat geen andere substanties dan het gespecificeerde koudemiddel
het koudemiddelcircuit binnendringen.
▶ Waarborg dat de koudemiddelbuis is aangesloten voordat de com-
pressor wordt gestart.
▶ Let op dat koudemiddel reukloos kan zijn.
▶ Lees alle veiligheidsaanwijzingen voor het omgaan met brandbare kou-
demiddelen meegeleverd met dit toestel in een afzonderlijk document.
HInstallatie, inbedrijfname en service
▶ Rook niet en waarborg dat ook andere mogelijke ontstekingsbronnen
op afstand van het werkgebied worden gehouden. Waarborg dat het
installatiegebied voldoende is geventileerd.
▶ Niet doorboren of verbranden.
▶ Dit toestel moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu
werkende ontstekingsbronnen (bijv. open vlammen, werkende gas-
gestookte of elektrische verwarming).
▶ Waarborg voor en tijdens de installatie, dat er geen koudemiddellekk-
age aanwezig is met behulp van een passende koudemiddeldetector
dit goed is afgedicht en intrinsiekveilig is (d.w.z. geen vonken). Ge-
bruik nooit potentiële ontstekingsbronnen om naar koudemiddel-
lekkage te zoeken. Een halogeentoorts (of een andere detector met
open vlam) mag niet worden gebruikt. Wanneer een koudemiddel-
lekkage is gedetecteerd, moet de ruimte onmiddellijk worden geven-
tileerd.
▶ Bij het uitvoeren van heet werk, moet een droge poederblusser of een
CO
-brandblusser gereed worden gehouden.
2
▶ Draag beschermende handschoenen tijdens de installatie.
▶ Gebruik geen andere hulpmiddelen dan worden aanbevolen door de
fabrikant om het ontdooiproces te versnellen of voor het reinigen van
het toestel.
HONDERHOUD
▶ Waarborg bij het vervangen van elektrische componenten, dat deze
de juiste specificatie hebben. Onderhouds- en servicerichtlijnen
moeten te allen tijde worden aangehouden.
▶ Voor reparatie- en onderhoudswerkzaamheden, moet een initiële
veiligheidscontrole- en componentinspectieprocedure worden uitge-
voerd om te controleren dat:
– Condensatoren ontladen zijn.
– Alle elektrische componenten zijn uitgeschakeld en de bedrading
niet blootligt.
– Aardverbinding is gewaarborgd.
▶ Sluit geen elektrische voeding aan op het circuit indien een fout is ge-
constateerd die de veiligheid in gevaar kan brengen.
4
2
Voorschriften
Dit is een originele handleiding. Vertalingen mogen niet zonder toestem-
ming van de fabrikant worden gemaakt.
De onderstaande richtlijnen en voorschriften moeten worden opge-
volgd:
• Lokale bepalingen en voorschriften van de bevoegde energieleveran-
cier en bijbehorende speciale regelgeving
• Nationale bouwverordeningen
• F-gassenverordening
• EN 50160 (spanningskarakteristieken van geleverde elektriciteit
door het openbaar stroomnet)
• EN 12828 (cv-installaties in gebouwen - ontwerpen van warmwater-
cv-installaties)
• EN 1717 (beveiliging tegen vervuiling van drinkwaterinstallaties en
algemene voorschriften voor toestellen om vervuiling door terugslag
te voorkomen)
• EN 378 (koelsystemen en warmtepompen - veiligheid en omgevings-
condities)
2.1
Waterkwaliteit
Kwaliteitseisen voor het cv-water
De waterkwaliteit van het vul- en bijvulwater is een wezenlijke factor voor
het verhogen van het rendement, de functionele betrouwbaarheid, de le-
vensduur en de stand-bytijd van een cv-installatie.
Beschadiging van de warmtewisselaar of storing in de warmtebron door
niet geschikt water!
Ongeschikt of verontreinigd water kan leiden tot slibvorming, corrosie of
ketelsteenvorming. Niet geschikte antivries of cv-wateradditieven (inhi-
bitoren of corrosiebeschermingsmiddelen) kunnen schade aan de
warmtebron en aan de cv-installatie veroorzaken.
▶ Vul de verwarmingsinstallatie uitsluitend met drinkwater. Gebruik
geen put- of grondwater.
▶ Bepaal de waterhardheid van het vulwater voordat u het systeem
vult.
▶ Spoel de verwarmingsinstallatie vóór het vullen.
▶ Indien magnetiet (ijzeroxide) aanwezig is, zijn anticorrosiemaatrege-
len vereist en wordt de installatie van een magnetietafscheider en
een ontluchtingsklep in de verwarmingsinstallatie aanbevolen.
Voor de Duitse markt:
▶ Het vul- en bijvulwater moet voldoen aan de eisen van de Duitse
drinkwaterverordening (TrinkwV).
Voor markten buiten Duitsland:
▶ De waarden in de tabel 3 mogen niet worden overschreden, zelfs in-
dien de nationale richtlijnen hogere grenswaarden bevatten.
Waterkwaliteit
Eenheid
Geleidbaarheid
μS/cm
pH
Chloor
ppm
Sulfaat
ppm
Natrium
ppm
Tabel 3 Grenswaarden voor drinkwater
▶ Controleer de pH-waarde na > 3 maanden van gebruik. Idealiter bij
het eerste onderhoud.
Compress 3400i AWS – 6721821897 (2023/08)
Waarde
≤ 2500
≥ 6,5... ≤ 9,5
≤ 250
≤ 250
≤ 200