Installatie van de accessoires
9.3
Kamerthermostaat
Wanneer de kamertemperatuurgestuurde regelaar na de inbedrijfname
van de installatie wordt geïnstalleerd, moet deze in het inbedrijfnames-
menu als bedieningsunit voor cv-groep 1 worden ingesteld ( hand-
boek regelaar).
▶ Kamertemperatuurgestuurde regelaar overeenkomstig de instructie
voor de kamertemperatuurgestuurde regelaar monteren.
▶ De keuze "Ext kamertemperatuurgestuurde regelaar" moet altijd op
"nee" worden ingesteld, zelfs wanneer een kamertemperatuurge-
stuurde regelaar is geïnstalleerd.
▶ Vóór de inbedrijfname van de installatie de kamertemperatuurge-
stuurde regelaar als afstandsbediening "Fb" instellen ( instructie
van de kamertemperatuurgestuurde regelaar).
▶ Voer vóór de inbedrijfname van de installatie op de kamertempera-
tuurgestuurde regelaar eventueel de instelling voor de cv-groep uit
( handboek van de kamertemperatuurgestuurde regelaar).
▶ Geef bij de inbedrijfname van de installatie aan, dat een kamertempe-
ratuurgestuurde regelaar als bedieningsunit voor cv-groep 1 geïn-
stalleerd is ( instructie van de regelaar).
▶ Voer de instellingen van de kamertemperatuur overeenkomstig de in-
structie van de regelaar uit.
9.4
Externe ingangen
Leg om inductieve invloeden te voorkomen alle laagspanningskabels
(meetstroom) met 100 mm minimale afstand tot stroomvoerende
230 V- of 400 V-kabels.
Gebruik voor het verlengen van de aansluitkabels van temperatuursen-
soren de volgende aderdiameters:
• Tot 20 m kabellengte: 0,75 tot 1,50 mm
• Tot 30 m kabellengte: 1,0 tot 1,50 mm2
De relaisuitgang PK2 is in koelmodus actief en kan voor het aansturen
van het koel-/verwarmingsbedrijf van een ventilatorconvector of een cv-
pomp worden gebruikt of voor het aansturen van vloerverwarmingscir-
cuits in vochtige ruimten.
Maximale belasting op relaisuitgangen: 2 A, cosϕ > 0,4. Bij een hogere
belasting is het gebruik van een tussenrelais nodig.
WAARSCHUWING
Materiële schade door verkeerde aansluiting!
Door de aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsterkte is scha-
de aan elektrische componenten mogelijk.
▶ Voer uitsluitend aansluitingen op externe aansluitingen van de bin-
nenunit uit, die voor 5 V en 1 mA zijn aangepast.
▶ Wanneer koppelrelais nodig zijn, uitsluitend relais met goudcontac-
ten gebruiken.
26
2
9.5
Veiligheidsthermostaat
In bepaalde landen is een oververhittingsbeveiliging (thermostaat) no-
dig voor installatie in vloerverwarmingscircuits. De veiligheidstempera-
tuurbegrenzer is aangesloten op de installatieprintplaat op de externe
ingang 1-4 ( afb. 12). Stel de functie voor externe ingang in ( in-
structie van de bedieningsunit).
9.6
Warmwatercirculatiepomp PW2 (accessoire)
De pompinstellingen worden op de bedieningsunit van de binnenunit uit-
gevoerd ( handleiding bedieningsunit).
9.7
Meerdere cv-circuits (met cv-circuitmodule)
Met de regelaar kan in de fabrieksinstelling een ongemengde groep gere-
geld worden. Wanneer meerdere groepen moeten worden geïnstalleerd,
is voor elke groep een cv-circuitmodule nodig.
▶ CV-circuitmodule, mengmodule cv-pomp en overige componenten
overeenkomstig de gekozen installatie-oplossing installeren.
▶ CV-circuitmodule op installatiemodule in de sturing van de binnen-
unit op klem EMS aansluiten.
▶ Instellingen voor meerdere cv-groepen uitvoeren conform de instruc-
ties van de bedieningsunit.
9.8
Installatie met niet-condenserende koelmodus
Een voorwaarde voor het koelbedrijf is de installatie van een kamertem-
peratuurgestuurde regelaar.
De installatie van een kamertemperatuurgestuurde regelaar met geïnte-
greerde condensatiesensor vergroot de betrouwbaarheid van het koel-
bedrijf, omdat de aanvoertemperatuur in dit geval automatisch via de
bedieningsunit overeenkomstig het actuele dauwpunt wordt geregeld.
▶ Isoleer alle leidingen en aansluitingen ter bescherming tegen conden-
satie.
▶ Installeer de kamertemperatuurgestuurde regelaar (overeenkom-
stig de instructie voor de kamertemperatuurgestuurde regelaar).
▶ Monteer de condensatiesensor.
▶ Voer de noodzakelijke instellingen voor het koelbedrijf uit in het ser-
vicemenu, hoofdstuk instellingen cv-groep (instructie van de be-
dieningsunit).
– Kies Koeling of Verwarming en koeling.
– Stel eventueel inschakeltemperatuur, inschakelvertraging, ver-
schil tussen kamertemperatuur en dauwpunt en minimale aan-
voertemperatuur in.
▶ Schakel vloerverwarmingscircuits in vochtige ruimten uit (bijvoor-
beeld badkamer en keuken), eventueel via relaisuitgang PK2 aanstu-
ren.
Compress 3400i AWS – 6721821897 (2023/08)