Reiniging en onderhoud
Haal vóórdat u het apparaat een
reinigings- of onderhoudsbeurt geeft
de spanning van het apparaat.
Gebruik geen oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen, schuur-
middelen, glas- of allesreinigers!
Spuit de automaat in geen geval
met een waterslang schoon.
Ommanteling en bedieningspa-
neel reinigen
Reinig ommanteling en paneel met
een vochtige doek en een mild reini-
gingsmiddel of sopje en droog beide
onderdelen daarna met een zachte
doek.
Neem de trommel af met een middel
voor roestvrij staal.
Deurglas reinigen
Reinig af en toe het deurglas aan de
binnenkant en de metalen kap, die er-
op zit, met een mild reinigingsmiddel
of sopje.
Wrijf allebei met een zachte doek
droog.
70
Wasmiddellade reinigen
Wanneer er met lage temperaturen en
vloeibare wasmiddelen gewassen
wordt, raakt de wasmiddellade sneller
verontreinigd.
Reinig daarom regelmatig de hele
wasmiddellade.
Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt, druk de ont-
grendelingsknop in en neem de lade
uit het apparaat.
Reinig de wasmiddellade met warm
water.