De balancer moet vóór het gebruik geïnstalleerd worden. Deze handeling moet worden uitgevoerd
door deskundigen en in overeenstemming met de in deze handleiding gegeven instructies:
EEN ONJUISTE INSTALLATIE KAN LEIDEN TOT LICHAMELIJK LETSEL EN/OF SCHADE AAN VO-
Deze handleiding bevat belangrijke informatie met betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat. Zorg ervoor dat u alle instructies goed begrepen heeft alvorens de balancer te gebru-
iken.
HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE WAARSCHUWINGEN KAN LICHAMELIJK LETSEL TEN GEVOLGE
De balancer werd uitgevoerd in overeenstemming met de relevante en, op het moment van het in de handel
brengen, toepasbare EU-richtlijnen die voorzien in de CE-markering van het product.
B
G
EOOGD
EBRUIK
De balancers zijn ontworpen om het gewicht van gereedschap en werktuigen in het algemeen te balanceren.
De balancer moet slechts door één enkele operator per keer worden gebruikt. De balancer kan in assembla-
gelijnen en op individuele werkplekken worden gebruikt, in professionele omgevingen maar ook voor privé,
hobby en andere doeleinden.
Het is noodzakelijk de balancer te gebruiken, te controleren en in perfecte staat te behouden,
in overeenstemming met alle normen betreffende balancers, gereedschap en werkplekken.
Vermogen van de balancer, uitgedrukt in kg, vanaf de minimum waarde tot de maximale waarde;
Lengte van de kabel van de balancer, uitgedrukt in mm;
Gewicht van de balancer in kg.
TECNA S.p.A. is niet verantwoordelijk ten opzichte van klanten die deze balancers voor andere doeleinden
gebruiken.
O
G
NEIGENLIJK
EBRUIK
Gebruik de balancer niet in omgevingen met een potentieel explosieve atmosfeer.
Het gebruik van de balancer door minderjarigen is niet toegestaan.
Werk, loop of verblijf niet onder de balancer.
K
V
B
EUZE
AN
ALANCER
Beoordeel de totaal te balanceren lading: de door de balancer te dragen gereedschappen, accessoires
en delen van de slangen of kabels. De totaal te balanceren lading moet binnen het minimale en maximale
vermogen van de balancer liggen.
I
NBEDRIJFSTELLING
Beoordeel de afmetingen van het werkgebied en, indien geschikt, hang de balancer op aan een wagen voor
een correct gebruik in een op de uit te voeren bewerkingen afgestelde zone.
Gebruik de opening (A) voor de hoofdophanging en de opening (S) voor de veiligheidsophanging (Fig.1).
Indien er voor de installatie bevestigingsmiddelen met schroefdraad worden toegepast, moeten zelfborgende
moeren, splitpennen of andere veiligheidssystemen gebruikt worden.
Verbind altijd de veiligheidsophanging (S) met behulp van de bijgeleverde accessoires (Fig.1a/b)
aan een juist geproportioneerde ondersteuning.
De veiligheids-ondersteuning MOET NIET dezelfde zijn die gebruikt werd voor de hoofdophanging
(A) (Fig.1). De grootst mogelijke val in geval van breuk van de hoofdophanging moet niet groter
zijn dan 100 mm. Draai de moeren van de 21215 klemmen (Fig.1) vast met een aanhaalkoppel
van 2 Nm.
Om abnormale slijtage te voorkomen moet de lading verticaal worden aangebracht. De balancer moet in de
ophanging vrij kunnen bewegen om zich met de richting van de lading gelijk te kunnen richten.
V
D
B
AN
E
ALANCER
ORWERPEN.
HEBBEN.
17