Een equipotentiaalverbinding moet tot stand worden gebracht via de
intrinsiek veilige circuits.
Als circuits met beschermingstype Ex i worden gebruikt met niet-intrinsiek
veilige circuits, dienen ze niet meer te worden gebruikt als circuits met
beschermingstype Ex i.
Neem alle scheidingsafstanden tussen alle niet-intrinsiek veilige circuits
en intrinsiek veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Neem de scheidingsafstand tussen twee naast elkaar gelegen intrinsiek
veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
8. Gebruik, onderhoud, reparatie
Neem IEC/EN 60079-17 in acht voor onderhoud en inspectie.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt binnen het gespecificeerde
bereik van de omgevingstemperatuur en bij de gespecificeerde relatieve
vochtigheid zonder condensatie.
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gebruikt.
Aanpassingen zijn alleen toegestaan wanneer ze in deze handleiding en
de documentatie van het apparaat worden goedgekeurd.
Controleer de vereisten volgens IEC/EN 60079-19 voor reparatie
en revisie.
Houd u aan de waarschuwingsmarkeringen.
Verwijder de waarschuwingsmarkeringen niet.
Het apparaat moet voor montage en onderhoud worden losgekoppeld van
de elektrische voeding. De elektrische voeding kan mogelijk alleen
worden geactiveerd nadat alle circuits die nodig zijn voor de werking
succesvol zijn geassembleerd en aangesloten.
Als het apparaat in een potentieel stofexplosiegevaarlijke atmosfeer is
geïnstalleerd, verwijder dan regelmatig alle stoflagen die dikker zijn dan
5 mm.
Verwijder het stof voordat u de omsluitende behuizing opent.
Het verbinden of loskoppelen van elektrisch geladen niet-intrinsiek veilige
circuits is alleen toegestaan bij afwezigheid van een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer.
Als het apparaat gereinigd moet worden, gebruik dan alleen een schone,
vochtige doek.
Als het apparaat gereinigd moet worden terwijl het zich in een
explosiegevaarlijke omgeving bevindt, mag u om elektrostatische oplading
te voorkomen alleen een schone, vochtige doek gebruiken.
Vermijd mechanische inwerkingen op het apparaat (bijv. door zware of
scherpe voorwerpen).
Het apparaat kan tijdens bedrijf erg warm worden. Om het toestel tegen
overmatige warmte te beschermen, dienen de benodigde vrije ruimtes in
acht te worden genomen en moet er worden gezorgd voor voldoende
ventilatie bij het installeren van het toestel.
Gebruik geen interfaces die niet bedoeld zijn voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen.
Gebruik geen bedieningselementen die niet zijn bedoeld voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen.
Sommige interfaces van het apparaat moeten tijdens gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen gesloten zijn. Zorg ervoor dat deze
interfaces gesloten zijn.
9. Levering, transport, verwijderen
Controleer de verpakking en inhoud op schade.
Controleer of de levering compleet is en of de geleverde artikelen
overeenkomen met uw order.
Bewaar de originele verpakking. Bewaar en transporteer het apparaat
altijd in zijn originele verpakking.
Bewaar het apparaat in een schone en droge omgeving. De toegestane
omgevingsomstandigheden moeten in acht worden genomen, zie het
gegevensblad.
Het apparaat, de geïntegreerde componenten, de verpakking en
eventuele accu's dienen te worden afgevoerd met inachtneming van de
toepasselijke wetten en richtlijnen van het desbetreffende land.
DOCT-9572 / 2024-10
3 / 3