Download Print deze pagina

Pepperl+Fuchs VisuNet FLX RM-320S Series Handleiding pagina 2

Advertenties

7. Montage en installatie
Gebruik montagemateriaal dat geschikt is voor het veilig monteren van het
apparaat.
Gebruik montagemateriaal dat past bij het montageoppervlak.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
gecontroleerde omgeving met verontreinigingsgraad 2 (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Monteer het apparaat niet op plekken met een mogelijk agressieve
atmosfeer.
Monteer het apparaat op een weerbestendige plek.
Zorg ervoor dat de gebruikslocatie een vloerbelasting heeft die voldoende
is.
Als de behuizing op beton wordt gemonteerd, dan dient u expansieankers
gebruiken. Wanneer de behuizing op een stalen frame wordt gemonteerd,
dan dient u trillingsbestendig montagemateriaal gebruiken.
Bescherm het apparaat tegen langdurige of overmatige mechanische
trillingen.
Het apparaat is zwaar. Om fysieke schade of omgevingsschade te
voorkomen, dient u de voorschriften voor de montageprocedure in acht te
nemen.
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gemonteerd.
Zorg ervoor dat de equipotentiale klemmen in goede staat verkeren en
niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.
Zorg ervoor dat de klemmen in goede staat verkeren en niet beschadigd
of gecorrodeerd zijn.
Zorg ervoor dat alle bevestigingsmaterialen aanwezig zijn.
Neem de bevestigingsmiddelen mee in de equipotentiaalverbinding.
Neem de aanhaalmomenten van de schroeven in acht.
Het apparaat kan tijdens bedrijf erg warm worden. Om het toestel tegen
overmatige warmte te beschermen, dienen de benodigde vrije ruimtes in
acht te worden genomen en moet er worden gezorgd voor voldoende
ventilatie bij het installeren van het toestel.
Beschadig de beluchtingsplug niet.
Dek de beluchtingsplug niet af.
Breng het apparaat alleen aan op plekken met een laag risico op
mechanische gevaren conform IEC/EN 60079-0.
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-14.
Als het apparaat al in algemene elektrische installaties is gebruikt, mag het
niet meer worden gemonteerd in elektrische installaties met een
explosiegevaarlijke omgeving.
Het verbinden of loskoppelen van elektrisch geladen niet-intrinsiek veilige
circuits is alleen toegestaan bij afwezigheid van een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer.
Zorg voor bescherming tegen spanningspieken. Zorg ervoor dat de
piekwaarde van de tijdelijke bescherming niet hoger is dan 140 % van de
nominale spanning.
Bescherm het circuit tegen overbelastingsspanning (bijv. bliksem).
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-25.
Zorg ervoor dat de equipotentiale klemmen in goede staat verkeren en
niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.
Zorg voor bescherming tegen spanningspieken. Zorg ervoor dat de
piekwaarde van de tijdelijke bescherming niet hoger is dan 140 % van de
nominale spanning.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
gecontroleerde omgeving met verontreinigingsgraad 2 (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Sluit alleen een apparaat aan dat voldoet aan IEC/EN 60950-1 en dat is
ontworpen als een systeem met lage veiligheidsspanning (SELV).
Bescherm het circuit tegen overbelastingsspanning (bijv. bliksem).
Het apparaat moet voor montage en onderhoud worden losgekoppeld van
de elektrische voeding. De elektrische voeding kan mogelijk alleen
worden geactiveerd nadat alle circuits die nodig zijn voor de werking
succesvol zijn geassembleerd en aangesloten.
Voor AC-voeding
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
omgeving met overbelastingsspanningscategorie II (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Voor DC-voeding
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
omgeving met overbelastingsspanningscategorie II (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
7.1. Vereisten voor wartels
Gebruik alleen wartels die het juiste temperatuurbereik hebben voor de
toepassing.
Gebruik voor wartels alleen binnenkomende kabels met een diameter van
de juiste afmeting.
Zorg ervoor dat alle wartels in goede staat verkeren en goed zijn
vastgemaakt.
Neem de momentkracht van de wartels in acht.
Pas de dichting van de wartel aan op de diameter van de gebruikte kabels
en ingangspoorten.
DOCT-9572 / 2024-10
7.2. Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Gebruik alleen kabels en ingangspoorten die een temperatuurbereik
hebben dat geschikt is voor de toepassing.
Gebruik slechts een ingangspoort per opening.
Gebruik slechts één geleider per klem.
Monteer de kabels en ingangspoorten zo dat ze beschermd worden tegen
ultraviolet licht.
Monteer kabels en wartels zo dat ze niet worden blootgesteld aan
mechanische gevaren.
Voorkom onaanvaardbaar hoge elektrostatische oplading van de kabels
en ingangspoorten.
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
De nominale kerndoorsnede van een aangesloten geleider is 2,5 mm
(vast, fijngewoven en gewoven).
Houd rekening met de isolatiestriplengte.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen op de uiteinden
van de geleider te krimpen.
Let op de minimale buigradius van de geleiders.
Let op de maximaal toegestane lengte van kabels en ingangspoorten.
Ongebruikte kabels en ingangspoorten moeten worden verbonden met
klemmen of goed worden vastgezet en worden geïsoleerd.
Een equipotentiaalverbinding moet tot stand worden gebracht via de
veldbedrading.
7.3. Elektrostatische vereisten
Voorkom tijdens het monteren, bedienen of onderhouden van het
apparaat elektrostatische opladingen die kunnen leiden tot
elektrostatische ontladingen.
Elektrostatische oplading kan een mogelijk ontstekingsgevaar zijn bij
ontlading.
Het apparaat heeft een aardingsklem waarop een equipotentiaalgeleider
met een minimale doorsnede van 4 mm
Neem de metalen onderdelen van de connector mee in de
equipotentiaalverbinding.
Neem de bevestigingsmiddelen mee in de equipotentiaalverbinding.
7.4. Vereisten voor algehele behuizingen
Bevestig de omsluitende behuizing zo dat alle uitgangen van de
behuizing, bijv. wartels en beluchtingspluggen, naar voren wijzen.
Wanneer het deksel van de behuizing is aangebracht, zorgt u ervoor dat
alle bevestigingsmaterialen geheel zijn aangehaald.
Monteer het apparaat zo dat het voldoet aan de gespecificeerde
beschermingsgraad conform IEC/EN 60529.
Neem de metalen onderdelen van de behuizing mee in de
equipotentiaalverbinding.
Houd rekening met de volgende punten om de beschermingsgraad te
waarborgen:
De behuizing mag niet beschadigd, vervormd, of gecorrodeerd zijn.
Controleer of alle dichtingen schoon, onbeschadigd en correct geplaatst
zijn.
Zet alle schroeven van de omsluitende behuizing/deksel van de
omsluitende behuizing met het juiste moment vast.
Gebruik voor wartels alleen binnenkomende kabels met een diameter van
de juiste afmeting.
Zet alle wartels met het juiste moment vast.
Dicht alle ongebruikte wartels af met de bijbehorende afdichtpluggen.
Dicht alle ongebruikte openingen in de behuizing af met de bijbehorende
afsluitpluggen.
Panel PC, Box PC
Als extra algehele behuizingen nodig zijn voor montage in gevaarlijke
omgevingen, moet rekening worden gehouden met de volgende
aspecten:
Beschermingsgraad conform IEC/EN 60529
l
Weerstand tegen licht conform IEC/EN 60079-0
l
Weerstand tegen impact conform IEC/EN 60079-0
l
Weerstand tegen chemicaliën conform IEC/EN 60079-0
l
Thermische bestendigheid conform IEC/EN 60079-0
l
Elektrostatische eigenschappen conform IEC/EN 60079-0
l
7.5. Vereisten met betrekking tot intrinsieke veiligheid
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-25.
De diëlektrische spanning van de isolatie moet minstens 500 V zijn
conform IEC/EN 60079-14.
Voor intrinsiek veilige circuits moet de diëlektrische spanning van de
isolatie minimaal 500 V bedragen ten opzichte van andere intrinsiek
veilige circuits en de afscherming, conform IEC/EN 60079-14.
Neem bij het aansluiten van intrinsiek veilige toestellen met intrinsiek
veilige circuits van een geassocieerd apparaat de maximale piekwaarden
met betrekking tot explosiebeveiliging in acht (verificatie van intrinsieke
veiligheid). Neem de normen IEC/EN 60079-14 of IEC/EN 60079-25 in
acht.
2 / 3
2
2
moet worden aangesloten.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Visunet flx pc-320s series