Handleiding
1. Markering
VisuNet FLX – Systeem met behuizing
Remote Monitor RM-320S-*
Personal Computer PC-320S-*
Materieelbeschermingsniveau Gc
ATEX-certificaat: PF 21 CERT 6290 X
ATEX-markering:
1
II 3G Ex ec [ic Gc] IIC T4 Gc
Materieelbeschermingsniveau Dc
ATEX-certificaat: PF 21 CERT 6290 X
ATEX-markering:
1
II 3D Ex tc [ic Dc] IIIC T85°C Dc
VisuNet FLX – Systeem met behuizing
Direct Monitor DM-320S-*
Materieelbeschermingsniveau Gc
ATEX-certificaat: PF 21 CERT 6290 X
ATEX-markering:
1
II 3G Ex ec IIC T4 Gc
Materieelbeschermingsniveau Dc
ATEX-certificaat: PF 21 CERT 6290 X
ATEX-markering:
1
II 3D Ex tc IIIC T85°C Dc
VisuNet FLX – Systeem
Panel PC (BPC, DMU, RM/PC/DM)
Materieelbeschermingsniveau Gc
ATEX-certificaat: UL 22 ATEX 2479 X
ATEX-markering:
voor BPC, RM/PC:
1
II 3G Ex ec [ic Gc] IIC T4 Gc
voor DMU, DM:
1
II 3G Ex ec IIC T4 Gc
Materieelbeschermingsniveau Dc
ATEX-certificaat: UL 22 ATEX 2480 U
ATEX-markering:
voor BPC, RM/PC:
1
II 3D Ex tc [ic Dc] IIIC Dc
voor DMU, DM:
1
II 3D Ex tc IIIC Dc
VisuNet FLX
Box-PC (BPC)
Materieelbeschermingsniveau Gc
ATEX-certificaat: UL 22 ATEX 2478 X
ATEX-markering:
1
II 3G Ex ec [ic Gc] IIC T4 Gc
De met een * gemarkeerde letters van de typecode zijn plaatshouders
voor versies van het apparaat.
Pepperl+Fuchs Groep
Lilienthalstraße 200, 68307 Mannheim, Duitsland
Internet: www.pepperl-fuchs.com
2. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperator.
Het personeel moet adequaat geschoold en gekwalificeerd zijn om de
montage, de installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en
het demonteren van het apparaat uit te voeren. Het geschoold en
gekwalificeerd personeel moet de handleiding doorlezen en begrijpen.
3. Verwijzing naar verdere documentatie
Voor bepaalde processen en instructies in deze handleiding zijn speciale
voorschriften vereist om de veiligheid van het bedieningspersoneel te
waarborgen.
Neem richtlijnen, normen en nationale wetgeving die betrekking hebben
op het bedoeld gebruik en de gebruikslocatie in acht. Neem richtlijn
1999/92/EC met betrekking tot explosiegevaarlijke omgevingen in acht.
De bijbehorende gegevensbladen, handleidingen,
conformiteitsverklaringen, EU-typecertificaten, certificeringen en control
drawings, indien van toepassing (zie gegevensblad), maken onderdeel uit
van dit document. U vindt deze informatie onder www.pepperl-fuchs.com.
Scan de QR-code op het apparaat voor specifieke apparaatinformatie
zoals het jaar waarin het apparaat is gebouwd. U kunt ook het
serienummer zoeken op www.pepperl-fuchs.com.
Voor details over het daadwerkelijk toegepaste beschermingstype
raadpleegt u het naamplaatje van het apparaat.
Raadpleeg de bijbehorende technische gegevens van de gemonteerde
componenten voor het daadwerkelijke beschermingstype of mogelijke
beperkingen.
DOCT-9572 / 2024-10
Vanwege doorlopende aanpassingen verandert de documentatie
voortdurend. Raadpleeg alleen de meest recente versie op www.pepperl-
fuchs.com.
4. Bedoeld gebruik
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het bedoeld gebruik. Bij het
negeren van deze instructies zullen eventuele garantie en
aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
Gebruik het apparaat alleen in industriële omgevingen.
De VisuNet FLX-systemen zijn ontworpen voor Zone 2/22- en
toepassingen in niet-explosiegevaarlijke omgevingen. De verschillende
montage- en configuratieopties leiden tot de hoogste
toepassingsflexibiliteit. Dankzij een volledig modulair ontwerp, het nieuwe
platform, dat is afgestemd op de behoeften van de (petro-)chemische en
farmaceutische industrie, kunnen de HMI's precies zo worden
geconfigureerd dat ze precies passen en eenvoudige en snelle
aanpassingen in het veld mogelijk maken.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen het gespecificeerde bereik van de
omgevingstemperatuur.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden en gebruikssituatie.
Gebruik het apparaat uitsluitend op een vaste locatie.
Zie de bijbehorende documentatie voor het bedoeld gebruik van de
geïnstalleerde apparaten.
Gebruik alleen accessoires die zijn gespecificeerd door de fabrikant.
Zie de bijbehorende documentatie voor het bedoeld gebruik van de
aangesloten apparaten.
Het apparaat is een elektrisch apparaat voor een explosiegevaarlijke
omgeving.
Ex componenten zijn niet bedoeld om afzonderlijk te worden gebruikt. De
montage en het gebruik van ex componenten in apparaten of systemen
moeten afzonderlijk worden gecertificeerd. Ex componenten hebben een
U markering aan het einde van het certificaatnummer.
Bij apparaten waarvoor specifieke voorwaarden gelden, staat achter het
certificaatnummer een X markering.
5. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en het bedrijf kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
Het apparaat is niet geschikt voor het scheiden van signalen in elektrische
installaties, tenzij dit afzonderlijk wordt vermeld in het bijbehorende
gegevensblad.
Het apparaat is niet geschikt voor het scheiden van explosiegevaarlijke
omgevingen.
Het apparaat is niet geschikt om intrinsiek veilige circuits te scheiden van
niet-intrinsiek veilige circuits.
6. Specifieke gebruiksvoorwaarden
Monteer het apparaat in een metalen behuizing of in een behuizing die
gecertificeerd is voor dit gebruik.
Breng het apparaat alleen aan op plekken met een laag risico op
mechanische gevaren conform IEC/EN 60079-0.
Vermijd mechanische inwerkingen op het apparaat (bijv. door zware of
scherpe voorwerpen).
De minimale wanddikte van de behuizing moet 1,5 mm zijn.
Monteer het apparaat zo dat het beschermd is tegen direct zonlicht.
Wanneer u de omsluitende behuizing in een explosiegevaarlijke omgeving
monteert, moet de omsluitende behuizing voldoen aan alle vereisten voor
een beschermingstype dat wordt vermeld in IEC/EN 60079-0.
Het apparaat moet worden gemonteerd met een beschermingsgraad van
ten minste IP54 conform IEC/EN 60529.
Zorg ervoor dat de mate van bescherming gehandhaafd is in de gehele
installatie.
Sommige interfaces van het apparaat moeten tijdens gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen gesloten zijn. Zorg ervoor dat deze
interfaces gesloten zijn.
Gebruik geen interfaces die niet bedoeld zijn voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
gecontroleerde omgeving met verontreinigingsgraad 2 (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
omgeving met overbelastingsspanningscategorie II (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Zorg voor bescherming tegen spanningspieken. Zorg ervoor dat de
piekwaarde van de tijdelijke bescherming niet hoger is dan 140 % van de
nominale spanning.
Voorkom tijdens het monteren, bedienen of onderhouden van het
apparaat elektrostatische opladingen die kunnen leiden tot
elektrostatische ontladingen.
Monteer het apparaat op een plaats met een lage elektrostatische lading.
Informatie over elektrostatische gevaren vindt u terug in de technische
specificatie IEC/TS 60079-32-1.
1 / 3