KC-P30
Let op
Materiële schade door vocht en natheid!
● De montage en inbedrijfstelling van het laadstation moet in een geschik-
● Het laadstation mag uitsluitend verticaal worden gemonteerd. Het laad-
● De verbinding tussen de wand/staander en het laadstation mag niet wor-
● Stel het laadstation niet gedurende een langere periode bloot aan hoge
● Als een koud laadstation (bijv. na een langer transport in een koude om-
● Alleen montage tegen een wand of op een staander is toegestaan. Aan
● Het laadstation moet altijd volledig en correct uitgerust zijn met de mee-
Installatiehandboek V3.30
© KEBA
te omgeving plaatsvinden. Als aan het laadstation wordt gewerkt, moet
het tegen regen, sneeuw en verontreinigingen worden beschermd. Bij
een installatie in de buitenlucht mag de aansluitpaneelafdekking bij re-
gen, wind, sneeuwval enz. niet worden geopend.
station moet met de meegeleverde sluitringen loodrecht t.o.v. het monta-
gevlak worden gemonteerd - een neiging is niet toegestaan omdat an-
ders de waterafvoer niet mogelijk is en dit tot beschadiging van het ap-
paraat leidt (zie onderstaande afbeelding).
den afgedicht met siliconen. Het water moet achter het laadstation kun-
nen weglopen (zie bovenstaande afbeelding). Als de waterafvoer niet
mogelijk is, wordt het apparaat beschadigd.
luchtvochtigheid.
geving) naar een aanzienlijk warmere omgeving wordt gebracht, kan er
condens in het apparaat ontstaan.
Het laadstation mag pas op de voeding worden aangesloten als de tem-
peratuur van het laadstation gelijk is aan de kamertemperatuur en het
vocht weer verdampt is.
de achterzijde van het laadstation bevinden zich roosters waardoor het
condensvocht naar buiten kan ontsnappen. De achterzijde van het laad-
station moet volledig beschermd zijn om te voorkomen dat spatwater
door de roosters het apparaat binnendringt.
geleverde kabelwartels. Niet-gebruikte open kabeldoorvoeren moeten
met blindwartels worden dichtgeschroefd om de vereiste dichtheid te
waarborgen.
Montage- en inbouwinstructies
22