10 Storingen in comfort
In de meeste gevallen merkt de warmtepomp bedrijfs-
storingen (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot verstorin-
gen van het comfort) op, geeft dit aan met alarmmeldin-
gen en geeft uit te voeren instructies op het display
weer.
Infomenu
Alle meetwaarden van de warmtepomp worden verza-
meld onder menu 3.1 in het menusysteem van de
warmtepomp. Vaak vindt u de oorzaak van de storing
een stuk eenvoudiger door even naar de waarden in dit
menu te kijken. Zie het helpmenu of de gebruikershand-
leiding voor meer informatie over menu 3.1.
Alarm beheren
Lagedrukalarm
alarm
info / handeling
alarm resetten
hulpmodus
Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden,
wat wordt aangegeven doordat de statuslamp van con-
stant groen nu constant rood gaat branden. Daarnaast
verschijnt er een alarmbelletje in het informatievenster.
ALARM
Bij een alarm met een rode statuslamp is er een storing
opgetreden die de warmtepomp niet zelf kan verhelpen.
Op het display kunt u, door de selectieknop te verdraaien
en op de OK-toets te drukken, het type alarm bekijken
en het alarm resetten. U kunt er ook voor kiezen om de
warmtepomp in te stellen op hulpmodus.
info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm betekent
en krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem dat
het alarm heeft veroorzaakt.
alarm resetten In veel gevallen is het voldoende om
"alarm resetten" te selecteren om het product te laten
terugkeren naar normaal bedrijf. Als er een groene lamp
gaat branden na het selecteren van "alarm resetten", is
60
Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort
het alarm verholpen. Als de rode lamp nog steeds brandt
en er is een menu met de naam "alarm" zichtbaar op het
display, is het probleem dat het alarm veroorzaakt nog
aanwezig. Als het alarm verdwijnt en terugkeert, zie dan
het hoofdstuk "Problemen oplossen".
hulpmodus "hulpmodus" is een type noodstand. Dit
betekent dat warmtepomp warmte en/of warmtapwater
produceert, zelfs als er een probleem is. Dit kan beteke-
nen dat de compressor van de warmtepomp niet draait.
In dit geval produceert het elektrische verwarmingsele-
ment warmte en/of warmtapwater.
LET OP!
Om hulpmodus te selecteren, moet een
alarmhandeling worden gekozen in menu 5.1.4.
LET OP!
Het selecteren van "hulpmodus" is iets anders
dan het verhelpen van het probleem dat het
alarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijft
daarom rood.
Problemen oplossen
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op
het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
BASISHANDELINGEN
Controleer eerst de volgende zaken:
• De stand van de schakelaar (SF1).
• Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.
• Automatische zekering voor F1255PC BE (FC1).
• De aardlekschakelaar van de woning.
• Temperatuurbegrenzer voor F1255PC BE (FQ10).
• Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd).
LAGE TEMPERATUUR OF GEEN
WARMTAPWATER
• Gesloten of gesmoorde vulklep van de boiler.
– Open de afsluiter.
NIBE F1255PC BE