MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELING
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor
het oplossen van problemen. Elk ander gebruik
van de functie kan schade veroorzaken aan de
onderdelen van uw klimaatsysteem.
MENU 5.7 - STARTGIDS
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie
pagina 32
voor meer informatie over de startgids.
MENU 5.8 - SNELSTART
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-
tervraag zijn om de compressor te starten.
Voorzichtig!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-
starten gedurende een kort periode, want
hierdoor kunnen de compressor en zijn neven-
apparatuur beschadigen.
MENU 5.9 - VLOERDROOGFUNCTIE
duur periode 1 – 7
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 4
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met ver-
schillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er
minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten
de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 da-
gen.
52
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogen
te activeren. Een teller onderin toont het aantal dagen
dat de functie actief is geweest. De functie telt net als
bij normaal verwarmen gradenminuten, maar dan de
voor de resp. periode ingestelde aanvoertemperaturen.
Voorzichtig!
Tijdens het drogen van de vloer draait de circu-
latiepomp van het afgiftesysteem op 100%,
ongeacht de instelling in menu 5.1.10.
TIP
Als bedrijfsstand "add. heat only" moet worden
gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.
Voor een nog gelijkmatiger aanvoertemperatuur
kan de bijverwarming eerder worden gestart
door "bijverwarming starten" in de menu's 4.9.2
in te stellen op -80. Als het instellen van de
droogperioden van de ondervloer is gestopt,
worden de menu's 4.2 en 4.9.2 gereset naar
de eerdere instellingen.
TIP
Het is mogelijk om een logging op te slaan van
het drogen van een vloer die laat zien wanneer
de betonplaat de juiste temperatuur heeft be-
reikt. Zie paragraaf
vloer" op pagina 58.
MENU 5.10 - LOG MET WIJZIGINGEN
Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem af-
lezen.
Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen)
en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven
voor iedere wijziging.
LET OP!
Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij
herstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-
stelling.
20 °C
30 °C
40 °C
45 °C
40 °C
30 °C
20 °C
"Loggen van drogen van
NIBE F1255PC BE