1500Z/ZP 2
2.4
Veiligheidsinstructies voor de werking
De machine uitsluitend in een technisch onberispelijke staat en
rekening houdend met alle mogelijke veiligheids- en
gevaaraspecten met inachtneming van deze bedieningsinstructies
gebruiken.
Bij een werkonderbreking de machine uitschakelen met de
hoofdschakelaar en met een hangslot tegen inschakelen beveiligen.
De machine principieel tegen gebruik door onbevoegden beveiligen
(spanningsloos schakelen)!
In situaties die een gevaar vormen voor het bedieningspersoneel of
de machine, kan de machine door het bedienen van de NOOD-STOP-
slagknop worden stilgezet.
Niemand mag zich onder de machine bevinden. Op de bouwplaats voor
een geschikte afzetting van de gevarenzone zorgen. (Afrastering resp.
grondkooi monteren).
De machine mag niet als klimhulp worden gebruikt. Alleen gekeurde en
stabiele klimhulpen gebruiken. Klimhulpen vrij houden van
verontreinigingen.
Op laadplaatsen moeten vanaf een valhoogte van 2,0 m
valbeveiligingen aanwezig zijn die het neerstorten van personen
voorkomen. (Etagebeveiligingsdeuren monteren).
Machine bij windsnelheden >72 km/h naar beneden brengen en
stilzetten. Windkracht 7-8, boomtakken breken af en vliegen door de
lucht, normaal lopen wordt bemoeilijkt.
Meeliftende personen moeten de aanwijzingen van de liftopzichter
opvolgen. Zij mogen niet over de platformwanden leunen of over het
meegenomen materiaal klimmen.
BL157 NL 2022-08
Algemene veiligheidsinformatie
23