Inhoudsopgave
Advertenties
4.8 WERKING MET KAMERTHERMOSTAAT
De warmtepomp PROGH bevat 2 aansluitverbindingen voor de installa e van een klokthermostaat of
kamerthermostaat (zie "Aanslui ng van een Kamerthermostaat") die het beheer mogelijk maakt van
de warmtepomp a ankelijk van de binnentemperatuur van uw woning. Eén van de verbindingen is
voorzien voor het beheer van de Verwarmingsmodus en de andere voor het beheer van de
Koelingsmodus. Op oneel biedt ProCalor een breed assor ment aan deze apparaten in de
productcatalogus.
De werking met een kamerthermostaat hee geen invloed op de warm-kraanwatervoorziening
(indien aanwezig), aangezien deze aangeschakeld blij , ona ankelijk van de stand van de
thermostaat.
De installa e van een kamerthermostaat zal de werking van de installa e op maliseren, doordat de
werking van verwarming en/of klimaatregulering wordt aangepast aan de behoe en van de woning
en verbeterde comfortpresta es worden verkregen. Bovendien kan de voorziening worden aangepast
aan de gebruiksuren van de installa e, als de thermostaat programmering van de werkingsuren
toestaat (klokthermostaat).
Werking met 2 omgevingsthermostaten
In het geval dat er twee omgevingsthermostaten tegelijker jd worden geïnstalleerd (één voor
opwarming en één voor a oeling) (zie "Aanslui ng van een omgevingsthermostaat"), dient u, zodra
ze geïnstalleerd zijn de gewenste temperaturen en werkingsperiodes te selecteren, indien het een
klokthermostaat is (zie handleiding van de thermostaat). De warmtepomp zal aanslaan en zal de
werkingsmodus ac veren waarvoor de thermostaat geïnstalleerd is (Verwarming of Koeling) tot de
ingestelde temperatuur bereikt wordt op de kamerthermostaat. Wanneer de gewenste temperatuur
in de woning wordt bereikt, zal de verwarmings- of koelvoorziening van de verwarmings-
/klimaatreguleringsinstalla e gedeac veerd worden, door de werking van de warmtepomp uit te
schakelen. Op het scherm van de elektronische besturingseenheid wordt het pictogram weergegeven
dat aangee dat de warmtepomp is uitgeschakeld door de kamerthermostaat (Stand-by).
In het geval dat er tegelijker jd 2 thermostaten geïnstalleerd zijn (één voor Verwarming en een
andere voor Koeling), zorg er dan voor dat de temperaturen in elk van hun juist zijn geselecteerd
zodat zij elkaar niet kruisen en vermijd dat de twee thermostaten tegelijk geac veerd zijn.
Werking met geschakelde thermostaat warm/koud (2 draden)
In het geval dat er een geschakelde omgevingsthermostaat warm/koud (2 draden) is geïnstalleerd, zal
het nodig zijn op de warmtepomp dezelfde werkingsmodus te selecteren (opwarming of a oeling)
waarmee men wil werken. Zodra ze geïnstalleerd zijn dient u de gewenste temperaturen en
werkingsperiodes te selecteren, indien het een klokthermostaat is (zie handleiding van de
thermostaat). De warmtepomp zal starten met de geselecteerde werkingsmodus (opwarming of
a oeling) totdat de temperatuur wordt bereikt die op de omgevingsthermostaat ingesteld is.
Wanneer de gewenste temperatuur in de woning wordt bereikt, zal de verwarmings- of
koelvoorziening van de verwarmings-/klimaatreguleringsinstalla e gedeac veerd worden, door de
werking van de warmtepomp uit te schakelen. Op het scherm van de elektronische
besturingseenheid wordt het pictogram weergegeven
dat aangee dat de warmtepomp is
uitgeschakeld door de kamerthermostaat (Stand-by).
ProGH water-water warmtepomp Handleiding
|
V1.0
Advertenties
Inhoudsopgave
