4. WERKING
4.1 SELECTIE VAN DE WERKINGSMODI:
A ankelijk van de configura e van uw installa e, zal de warmtepomp PROGH in staat zijn tot het
beheren van tot 7 verschillende werkingsmodi. Om deze werkingsmodi te selecteren drukt u op de
knop MODUS (3) van het startscherm en op de display verschijnen de volgende modi:
Verwarmen + warmtapwater (Heat + DHW)
Verwarmen (Hea ng)
Warmtapwater (DHW)
Koelen + warmtapwater (Cool + DHW)
Koelen (Cooling)
Wanneer de warmtepomp is ingesteld en geïnstalleerd voor gebruik in de "AUTO" modus, zijn de
verwarmings- en koelingsmodi niet handma g te selecteren. De warmtepomp schakelt deze modi
automa sch in en uit op basis van het signaal dat wordt ontvangen van een externe
kamerthermostaat die is aangesloten (zie "Werking in de "AUTO"-modus Verwarming/Koeling").
A ankelijk van de configura e van uw installa e kunnen sommige van de genoemde bedrijfsmodi
mogelijk niet te selecteren zijn. Lees zorgvuldig de volgende sec es, waarin de werking van deze modi
gedetailleerd wordt beschreven.
4.2 KOELMODUS
Deze modus zal alleen kunnen worden geselecteerd wanneer de verwarmings-
/klimaatreguleringsinstalla e in koelmodus kan werken (koelende vloer, ven la econvectoren, enz.)
en de warmtepomp hiertoe geconfigureerd is.
In deze werkingsmodus zal de warmtepomp PROGH koelen en het water in de verwarmings-
/klimaatreguleringsinstalla e op de gewenste temperatuur houden. Hiervoor moet de gewenste
instelwaarde van de koeltemperatuur worden geselecteerd (zie "Selec e van temperaturen" en de
temperatuur van de kamerthermostaat (indien aanwezig) (zie "Werking met kamerthermostaat").
Deze modus grijpt uitsluitend in op de verwarmings-/klimaatreguleringsinstalla e, terwijl de
voorziening voor warm-kraanwaterproduc e, indien aanwezig, uitgeschakeld blij .
4.3 VERWARMINGSMODUS
In deze werkingsmodus zal de warmtepomp PROGH verwarmen en het water in de verwarmings-
/klimaatreguleringsinstalla e op de gewenste temperatuur houden. Hiervoor moet de gewenste
instelwaarde van de verwarmingstemperatuur worden geselecteerd (zie "Selec e van
temperaturen") en de temperatuur van de kamerthermostaat (indien aanwezig) (Zie "Werking met
kamerthermostaat").
Deze modus grijpt uitsluitend in op de verwarmings-/klimaatreguleringsinstalla e, terwijl de
voorziening voor warm-kraanwaterproduc e, indien aanwezig, uitgeschakeld blij . (zie "Werking in
de "AUTO"-modus Verwarming/Koeling").
ProGH water-water warmtepomp Handleiding
Verwarmen + WTW
Verwarmen
WTW
Koelen + WTW
Koelen
|
V1.0