Nederlands–2
Technische gegevens
Aandrijfeenheid
Zaaknummer
Capaciteit
Draaimoment aan uitgaande
as max.
Nominale spanning
Bedrijfstemperatuur
Bewaartemperatuur
Beschermingsklasse
Gewicht, ca.
Bedieningscomputer
Zaaknummer
Laadstroom
USB-aansluiting max.
Laadspanning
USB-aansluiting
Bedrijfstemperatuur
Bewaartemperatuur
Beschermingsklasse
Gewicht, ca.
Verlichting*
Nominale spanning
Capaciteit
– Voorlicht
– Achterlicht
* Afhankelijk van wettelijke regelingen niet in alle, per land verschillende
uitvoeringen via accu van eBike mogelijk
Montage
Accu inzetten of verwijderen
Lees de gebruiksaanwijzing voor het in de eBike plaatsen en
het eruit verwijderen van de accu en neem de voorschriften in
acht.
Bedieningscomputer aanbrengen en verwijderen
(zie afbeelding A)
Voor het inzetten van de bedieningscomputer 3 duwt u deze
van voren in de houder 4.
Voor het verwijderen van de bedieningscomputer 3 drukt u
op de vergrendeling 15 en duwt u deze naar voren uit de hou-
der 4.
0 276 001 YYY | (12.10.12)
Drive Unit Cruise
0 275 007 006/
0 275 007 007
W
250
Nm
50
V
36
°C
–5...+40
°C
–10...+50
IP 54 (stof- en spat-
waterbescherming)
kg
4
Intuvia
1 270 020 903
mA
500
V
5
°C
–5...+40
°C
–10...+50
IP 54 (stof- en spat-
waterbescherming)
kg
0,15
V
6
W
2,7
W
0,3
Verwijder de bedieningscomputer als u de eBike
parkeert, zodat de aandrijving niet door anderen kan
worden gebruikt. Zonder bedieningscomputer kan het
eBike-systeem niet ingeschakeld worden.
De bedieningscomputer kan ook zo in de houder worden ge-
borgd dat deze niet worden verwijderd. Demonteer daarvoor
de houder 4 van het stuur. Zet de bedieningscomputer in de
houder. Draai de blokkeerschroef 16 van onderen in de daar-
voor voorziene schroefdraad van de houder. Monteer de hou-
der weer op het stuur.
Snelheidssensor controleren (zie afbeelding B)
De snelheidssensor 17 en de bijbehorende spaakmagneet 18
moeten zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneet bij een
omwenteling van het wiel op een afstand van minimaal 5 mm
en maximaal 17 mm langs de snelheidssensor beweegt.
Opmerking: Als de afstand tussen snelheidssensor 17 en
spaakmagneet 18 te groot is of de snelheidssensor 17 niet
juist is aangesloten, valt de snelheidsmeterindicatie e uit en
werkt de aandrijving van de eBike in het noodprogramma.
Draai in dit geval de schroef van de spaakmagneet 18 los en
bevestig de spaakmagneet zodanig op de spaak dat deze op
de juiste afstand langs de markering van de snelheidssensor
loopt. Als er ook daarna geen snelheid op de snelheidsmeter-
indicatie e verschijnt, dient u contact op te nemen met een er-
kende rijwielvakhandel.
Gebruik
Ingebruikneming
Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen worden geactiveerd als aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
– Er is een voldoende opgeladen accu geplaatst (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– De bedieningscomputer is correct in de houder geplaatst
(zie „Bedieningscomputer aanbrengen en verwijderen",
pagina Nederlands–2).
– De snelheidssensor is correct aangesloten (zie „Snelheids-
sensor controleren", pagina Nederlands–2).
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Is de bedieningscomputer al ingeschakeld wanneer deze in
de houder geplaatst wordt, wordt het eBike-systeem auto-
matisch ingeschakeld.
– Druk bij ingezette bedieningscomputer en ingezette accu
eenmaal kort op de aan-uit-toets 5 van de bedieningscom-
puter.
– Druk bij ingezette bedieningscomputer op de aan-uit-toets
van de accu (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
Bosch eBike Systems