Zie voor de regellogica de handleiding cod. MCO01110L8500.
De details met betrekking tot het type en de nominale kenmerken van de zekeringen staan vermeld op het
machinelabel, evenals op de zekeringen zelf.
6 INWERKINGSTELLING
Voor de inwerkingstelling:
Controleer of de schema's en handleidingen van de geïnstalleerde machine beschikbaar zijn.
Controleer of de elektrische en hydraulische schema's van het systeem waarop de machine is
aangesloten, beschikbaar zijn.
Controleer of afsluitkranen van de hydraulische circuits open zijn.
Controleer of het hydraulisch systeem onder druk gevuld en ontlucht is.
Controleer of alle hydraulische aanslui�ngen correct zijn geïnstalleerd en of aan alle aanwijzingen op het
typeplaatje is voldaan.
Zorg dat er voorzieningen zijn getroffen voor de condensafvoer.
Controleer de elektrische aanslui�ng en de correcte beves�ging van alle aansluitklemmen.
Controleer of de elektrische aanslui�ngen zijn gemaakt volgens de geldende normen inclusief de
aarding.
De spanning moet overeenkomen met die op het typeplaatje van het apparaat.
Zorg dat de elektrische spanning zich bevindt tussen de toleran�egrenzen (±5%).
Controleer of de elektrische weerstanden van de compressoren correct van stroom worden
voorzien.
Controleer of er geen gaslekken zijn.
Alvorens voor de eerste keer in te schakelen controleer of alle sluitpanelen zijn geplaatst en beves�gd
met de juiste schroeven.
LET OP: De unit moet zijn aangesloten op het elektriciteitsnet en in STAND-BY (van stroom
voorzien) worden gezet door de hoofdschakelaar minstens 12 uur voor de inwerkingstelling te
sluiten, om de weerstanden adequaat de carter van de compressor te laten verwarmen (de
weerstanden worden automatisch van stroom voorzien wanneer de schakelaar gesloten is). De
weerstanden werken correct als na enkele minuten de temperatuur van de compressorcarter
10÷15°C hoger is dan de ruimtetemperatuur.
LET OP: controleer of het gewicht van de leidingen niet op de machinestructuur drukt.
LET OP: Schakel nooit de stroomtoevoer via de hoofdschakelaar uit als u de unit tijdelijk stopt,
deze handeling mag uitsluitend worden gebruikt om de unit van de stroomtoevoer af te
sluiten in het geval van langdurige onderbrekingen (bijv. seizoenstilstanden enz.). Bovendien
worden, wanneer de stroomtoevoer ontbreekt, de weerstanden van de carter niet van stroom
voorzien, met als gevolg dat de compressoren kapot kunnen gaan bij de inschakeling van de
unit.
LET OP: Verander de elektrische aansluitingen van het apparaat niet, anders vervalt de garantie
onmiddellijk.
LET OP: De werking zomer/winter moet aan het begin van het betreffende seizoen worden
geselecteerd. Frequente en plotselinge veranderingen van deze werking moeten worden
vermeden om schade aan de compressoren te voorkomen.
LET OP: Zorg dat bij de eerste installatie en inwerkingstelling dat de machine goed functioneert,
zowel in warm als in koud.
5.8.4 Regellogica
5.8.5 Zekeringen
27