Menuoptie
Instelbereik: functiebeschrijving
Inschakel-
bijv. – 20 ... – 5 ... – 3 K: wanneer de tempe-
temp. verschil
ratuur in de boiler met het inschakeltempera-
tuurverschil lager is dan de gewenste
warmwatertemperatuur, wordt de boiler op-
gewarmd. Het instelbereik hangt af van de ge-
ïnstalleerde warmtebron.
Uitschakel-
bijv. – 20 ... – 5 ... – 3 K: als de warmwater-
temp. verschil
temperatuur bij de onderste temperatuur-
sensor van de stratificatieboiler lager is dan
de gewenste warmwatertemperatuur we-
gens de uitschakeltemperatuur, wordt de
warmwatertemperatuur niet verder opgela-
den (alleen bij gebruik vanMS 200 als boiler-
laadmodule voor boilerlaadsysteem,
codeerschakelaar aan MS 200 op 7).
Boilerlaadop-
Bij het laden van de boiler moet rekening wor-
timalisatie
den gehouden met de restwarmte in de
warmtewisselaar (de brander kan dan eerder
uitschakelen).
Aanvoertemp.
0 ... 40 K: verhoging van de door de warmte-
verhoging
bron gevraagde aanvoertemperatuur voor
opwarming van de boiler. De fabrieksinstel-
ling hangt af van de geïnstalleerde warmte-
bron.
Inschakelver-
0 ... 50 s: inschakelen van de brander voor de
tr. ww
warmwatervoorziening vertraagd met de in-
gestelde tijd, omdat door de zon voorver-
warmd water voor de warmtewisselaar
beschikbaar is ("solarthermie") en aan de
warmtevraag eventueel zonder branderbe-
drijf kan worden voldaan.
Pompaanstu-
Type pompsturing voor het laden van de boi-
ring
ler (PWM | 0 ... 10 V) (alleen bij MS 200 met
codering 7).
Min. pomptoe-
5 ... 100 %: minimale modulatie van de boi-
rental
lerlaadpomp (alleen bij MS 200 met codering
7).
Toerental v.
5 ... 50 ... 100%: minimale modulatie van de
kick sec.pmp
boilerlaadpomp bij pompimpuls (alleen bij
MS 200 met codering 7).
CR 400/CW 400/CW 800 – 6721854429 (2021/01)
Menuoptie
Instelbereik: functiebeschrijving
Start boiler-
Alleen bij warmwatervoorziening via een mo-
laadpomp
dule MM 100/MM 200 beschikbaar
Temperatuurafhankelijk: pas wanneer de
temperatuur in de hydraulische open verde-
ler hoger is dan de temperatuur in de boiler,
wordt bij een boilervulling de boilerlaadpomp
ingeschakeld (geen restwarmteafname uit de
boiler).
Direct: bij een boilervulling wordt de boiler-
laadpomp onafhankelijk van de aanvoertem-
peratuur direct ingeschakeld.
Min. temp.ver-
0 ... 6 ... 10 K: temperatuurverschil tussen
schil
de hydraulische open verdeler en de boiler-
temperatuur bij de start van de boilerlaad-
pomp (alleen beschikbaar, wanneer in het
menu Start boilerlaadpomp Temperatuuraf-
hankelijk is gekozen).
Circulatie-
Ja: in een warmwatersysteem zijn circulatie-
pomp geïnst.
leidingen en een circulatiepomp voor warm-
water geïnstalleerd (systeem I of II).
Nee: geen circulatie voor warmwater geïn-
stalleerd.
Circulatie-
Aan: wanneer de circulatiepomp door de
pomp
warmtebron wordt aangestuurd, moet de cir-
culatiepomp hier in principe worden geacti-
veerd. De fabrieksinstelling hangt af van de
geïnstalleerde warmtebron.
Uit: de circulatiepomp kan niet door de
warmtebron worden aangestuurd.
Circulatie-
Nee | Ja: instelling of de circulatie via een
1)
tijd
klokprogramma aangestuurd moet worden.
Circulatie im-
Nee | Ja: instelling of de circulatie impulsaf-
1)
puls
hankelijk gestuurd moet worden. (circulatie-
pomp wordt na een klein verlies in de leiding
geactiveerd, bijv. als een waterkraan kort ge-
opend wordt.)
Servicemenu
25