Eenvoudige stooklijn
De eenvoudige stooklijn (Type regeling: Buitentemperatuur
met voetpunt) is een vereenvoudigde weergave van de ge-
kromde stooklijn als rechte lijn. Deze rechte lijn wordt beschre-
ven door twee punten: voetpunt (beginpunt van de stooklijn) en
eindpunt.
Minimale buitentempe-
ratuur T
A,min
Voetpunt
Eindpunt
Maximale aanvoertem-
peratuur T
VL,max
Kamertemperatuur-Of-
fset
Tabel 10 Fabrieksinstellingen van de eenvoudige stooklijnen
Soort verlaging
De soort verlaging bepaalt in automatisch bedrijf, hoe de cen-
trale verwarming werkt tijdens verlagingsfasen. In handbedie-
ning heeft de instelling van het soort verlaging geen invloed op
het regelgedrag.
In het servicemenu Instellingen verwarming > cv-circuit 1 ...
8 > Type sparen voor de verschillende behoeften van de ge-
bruiker staan de volgende soorten verlaging ter beschikking:
•
Gereduceerd bedrijf: de ruimten blijven in nachtbedrijf op
temperatuur. Deze soort verlaging is:
– zeer comfortabel
– aanbevolen voor vloerverwarming.
•
Buitentemperatuurdrempel: wanneer de gedempte bui-
tentemperatuur de waarde van een instelbare buitentem-
peratuurdrempel onderschrijdt, dan werkt de centrale
verwarming als in gereduceerde modus. Boven deze drem-
pel is de centrale verwarming uit. Deze soort verlaging is:
– geschikt voor gebouwen met meerdere woonruimten,
waarin geen bedieningsunit is geïnstalleerd.
•
Ruimtetemperatuurdrempel: wanneer de kamertempe-
ratuur de gewenste temperatuur voor nachtbedrijf onder-
schrijdt, werkt de centrale verwarming als in gereduceerde
modus. Wanneer de kamertemperatuur de gewenste tem-
peratuur onderschrijdt, is de centrale verwarming uit. Deze
soort verlaging is:
– geschikt voor gebouwen in open uitvoering met weinig
nevenruimten zonder eigen bedieningsunit (installatie
van de C 400/C 800 in de referentieruimte).
Wanneer de centrale verwarming in de verlagingsfasen uit moet
zijn (vorstbescherming actief), in de functielijst Verw. >
Temperatuurinstellingen > Sparen > Uit instellen (uitscha-
CR 400/CW 400/CW 800 – 6721854429 (2021/01)
Vloerverwarming
Radiator
– 10 °C
– 10 °C
25 °C
25 °C
45 °C
75 °C
48 °C
90 °C
0,0 K
0,0 K
kelbedrijf, met de instelling van het soort verlaging wordt in het
regelgedrag geen rekening meer gehouden).
Doorverwarmen onder een bepaalde buitentemperatuur
Om afkoelen van de cv-installatie te voorkomen, vereist DIN-EN
12831, dat voor het aanhouden van een aangename warmte
centrale verwarmingen en andere warmtebronnen voor een be-
paalde capaciteit zijn geconstrueerd. Bij het onderschrijden
van de bij Doorverwarmen onder ingestelde gedempte bui-
tentemperatuur wordt het actieve nachtbedrijf door het norma-
le cv-bedrijf onderbroken.
Indien bijvoorbeeld de instellingen Type sparen: Buitentem-
peratuurdrempel , Spaarbedrijf onder: 5 °C en Doorverwar-
men onder: -15 °C actief zijn, wordt het nachtbedrijf bij een
gedempte buitentemperatuur tussen 5 °C en -15 °C en het cv-
bedrijf onder -15 °C geactiveerd. Daardoor kunnen kleinere
verwarmingsoppervlakken worden gebruikt.
Vorstbeschermingsgrenstemperatuur (buitentempera-
tuurdrempel)
Onder dit menupunt wordt de grenstemperatuur voor de vorst-
bescherming (buitentemperatuurdrempel) ingesteld. Deze
werkt alleen, wanneer in menu Vorstbev. of Buitentempera-
tuur of Ruimte- en buitentemperatuur is ingesteld.
OPMERKING
Beschadiging van cv-watertransporterende installatiedelen
bij te laag ingestelde vorstbeschermingsgrenstemperatuur
en langer aanhoudende buitentemperatuur onder 0 °C!
▶ De fabrieksinstelling van de vorstbescherming grenstem-
peratuur voor vorst (5 °C) mag alleen door een installateur
worden aangepast.
▶ Stel de vorstbeschermingsgrenstemperatuur niet te laag in.
Schade door te laag ingestelde vorstbeschermingsgren-
stemperatuur is uitgesloten van de garantie!
▶ Vorstbeschermingsgrenstemperatuur en vorstbescher-
ming voor alle cv-groepen instellen.
▶ Om de vorstbescherming van de gehele cv-installatie te
waarborgen, in menu Vorstbev. of Buitentemperatuur of
Ruimte- en buitentemperatuur instellen.
De instelling Kamertemperatuur biedt geen absolute vorstbe-
scherming, omdat bijvoorbeeld in gevels geïnstalleerde leidin-
gen kunnen bevriezen. Is een buitentemperatuursensor
geïnstalleerd dan kan echter onafhankelijk van het ingestelde
type regeling de vorstbescherming van de gehele cv-installatie
worden gewaarborgd.
Servicemenu
21