ZWAAIFUNCTIE
Zet eerst de airconditioner aan voor u deze functie selecteert.
Zwaaifunctie selecteren
Druk de SWING-toets in.
Telkens u de SWING-toets indrukt, verandert de zwaairichting als volgt:
op-en-neer
Stop
Zwaaifunctie stoppen
Druk de SWING-toets in en selecteer STOP.
De uitblaasrichting wordt weer aangepast aan de oorspronkelijke instelling.
Over de zwaaifunctie
G Op-en-neer zwaaien selecteren
Werkingsfunctie
Koelen/Drogen
Verwarmen
Ventileren (1 ~ 4 )
*1
Ventileren (5 ~ 7
*1
)
*1
De positie van de uitblaaskleppen voor het begin van de zwaaifunctie
vindt u tussen haakjes.
G Links-rechts zwaaien selecteren
Werkingsfunctie
Koelen/Drogen
Verwarmen
Ventileren
ECONOMY FUNCTIE
Zet eerst de airconditioner aan voor u deze functie selecteert.
De ECONOMY functie gebruiken
Druk de ECONOMY toets in.
Op het display van de afstandsbediening verschijnt "ECO".
De functie start.
ECONOMY functie stoppen
Druk de ECONOMY toets nogmaals in.
De melding "ECO" verdwijnt van het display.
De airco gaat terug in normale werking.
Over de ECONOMY functie
In het geval van een single split bij maximaal vermogen geeft de ECONOMY functie ongeveer 70% van de normale koel-
en verwarmingscapaciteit.
Tijdens de ECONOMY functie past de thermostaat zich automatisch aan aan de temperatuur om onnodig koelen en verwarmen
te vermijden.
G Ondertussen is het mogelijk dat de uitblaas zwakker is of dat de ventilator van de binnenunit af en toe stopt met draaien.
Indien de ruimte niet voldoende gekoeld (of verwarmd) wordt in deze functie, selecteer dan normale werking.
G Als de airconditioner gestopt is en de binnenunit wordt weer aangezet, draait de airconditioner terug in normale modus.
G In het geval van een multisplit is de economy functie enkel beschikbaar bij die binnenunit waarbij de functie ingesteld is.
links-rechts
op-neer-links-rechts
Zwaaibereik
1 tot 4
3 tot 7
1 tot 4
3 tot 7
Zwaaibereik
1 tot 5 (volledig bereik)
1 tot 5 (volledig bereik)
1 tot 5 (volledig bereik)
G De zwaaifunctie kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator
niet of aan zeer lage snelheid draait.
.
G De zwaaifunctie kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator
niet of aan zeer lage snelheid draait.
.
12