Nederlands
Gebruikers Handleiding – VC05 COM Tester
2.3. Testen van een dynamo op een auto
Het testen van een dynamo op een auto wordt als volgt uitgevoerd:
1. Sluit de tester aan op de auto‐dynamo. Let op de kleurmarkering in overeenstemming met punt 4.1
van de handleiding. Het apparaat wordt gevoed door de dynamo‐accu. Als het apparaat is ingeschakeld,
wordt het hoofdmenu weergegeven.
2. Om de testmodus te activeren, selecteert u de corresponderende klem van de spanningsregelaar en
drukt u op de "TEST" ‐knop.
2.1. Wacht bij het testen van een alternator van het COM‐type tot het apparaat zijn ID‐nummer en TYPE
heeft geïdentificeerd.
3. Start de motor van de auto en reset de belasting. Wacht tot de motor stabiel stationair draait.
WAARSCHUWING! Het testen van de dynamo op een auto moet worden uitgevoerd in gebouwen die
zijn uitgerust met een gecombineerd afzuig‐ en invoerventilatie‐ of rookafvoersysteem. Als alternatief
moeten alle metingen buiten worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING! Het is verboden om de testmodus te verlaten als de motor draait. Anders zal dit
resulteren in een sterke spanningspiek die wordt gegenereerd door de dynamo.
WAARSCHUWING! In geval van spontane ontkoppeling van de zwarte ("B‐", minpool van de accu) en /
of rode ("B +", pluspool van de accu), is het ten strengste verboden om deze opnieuw aan te sluiten
wanneer de motor draait.
4. Gebruik de "V‐" en "+ V" ‐knoppen om de alternator spanning tussen 13,2V en 14,8V te wijzigen. De
gemeten spanning (weergegeven in groen) moet evenredig veranderen met een mogelijke afwijking van
+ ‐0,2V.
5. Gebruik de "V‐" en "+ V" ‐knoppen om een spanning in het bereik tussen 13,2 V en 14,8 V op de
dynamo in te stellen. Verhoog de rotatiesnelheid van de krukas tot gemiddeld toerental. In dit geval
mag de spanningswaarde die op het apparaatscherm wordt weergegeven niet veranderen (mogelijke
waarde schommelingen met een tolerantie van + ‐2 V zijn de norm).
6. Verhoog de belasting van de dynamo door de koplampen en andere verlichtingseenheden in te
schakelen, zonder de krukassnelheid te verlagen. De spanningswaarde die op het apparaat scherm
wordt weergegeven, mag niet veranderen (mogelijke spanningsverlaging is 0,3V).