ELEKTRISCHE AANSLUITING
De apparaten moeten volgens de in het betreffende land geldende wetten en voorschriften worden
geïnstalleerd, met strikte inachtneming van de instrukties uit deze handleiding.
Voor het aansluiten, controleer:
Of de netspanning overeenkomt met de spanning en het vermogen van het apparaat.
Of de elektrische installatie van de gebruiker uitgerust is met een goedgekeurde omnipolaire
uitschakelaar.
Elektrische voeding:
230 V 1N~ 50 Hz (niet omschakelbaar). Aansluiten op basisapparaat indien andere opties elektrisch
zijn.
Het is gevaarlijk dit apparaat in bedrijf te stellen zonder het eerst op de aarding te
hebben aangesloten.
Wij wijzen elke aansprakelijkheid af bij ongevallen die veroorzaakt worden door afwezige of
onjuiste aarding.
INSTALLATIEHANDLEIDING
NL
10-2016
ELEKTRISCH SCHEMA
Raadpleeg voor de omschrijvingen en aanduidingen van de verschillende onderdelen tabel 9 in
technische bijlage.
Fct
41
L N
230 V1N~
1
2
4
5
M/A
1
2
S
P1
P2
4
2
S
1
Sécurité
Articulation
résistance
4
A1
KM
A2
INSTALLATIEHANDLEIDING