56
NE
Controleer de volgende lijst alvorens uw handelaar te raadplegen omtrent problemen met het toestel. Vele problemen zijn vaak
eenvoudig op te lossen zodat u de videorecorder niet voor reparatie hoeft weg te brengen.
SPANNING
SYMPTOOM
1. De spanning kan niet worden
ingeschakeld.
2. De klok functioneert maar de
spanning van de videorecorder kan
niet worden ingeschakeld.
3. De afstandsbediening werkt niet.
BANDTRANSPORT
SYMPTOOM
1. De band wordt tijdens opname niet
getransporteerd.
2. De band wordt niet snel door- of
teruggespoeld.
WEERGAVE
SYMPTOOM
1. Het weergavebeeld wordt niet
getoond wanneer de band wordt
getransporteerd.
2. Er is ruis tijdens normale weergave.
3. Het weergavebeeld is niet scherp
of wordt onderbroken maar de TV-
uitzendingen zijn helder.
4. Onderbrekingen bij het Hi-Fi
geluidsspoor.
OPNAME
SYMPTOOM
1. De opname kan niet worden
gestart.
2. TV-uitzendingen kunnen niet
worden opgenomen.
3. Monteren van banden is niet
mogelijk.
4. Er kan niet met de camcorder
worden opgenomen.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAAK
De stekker van het netsnoer is niet
aangesloten.
"‰" wordt op het displaypaneel
getoond met de automatische timer
op "UIT" gesteld.
De batterijen zijn leeg.
MOGELIJKE OORZAAK
" " wordt op het displaypaneel
getoond.
De band is reeds geheel door- of
teruggespoeld.
MOGELIJKE OORZAAK
Indien u de RF OUT aansluiting
gebruikt. . .
. . . de TV is niet op het VIDEO
kanaal afgestemd.
. . . het VIDEO kanaal van de
videorecorder is niet juist ingesteld.
Met gebruik van de AV verbinding is
de TV mogelijk niet in de AV functie
gesteld.
De automatische sporingfunctie is
geactiveerd.
De videokoppen zijn waarschijnlijk
vuil.
De automatische sporing is
geactiveerd.
MOGELIJKE OORZAAK
Er is geen cassette geplaatst of het
wispreventielipje is verwijderd.
"L-1", "L-2" of "F-1" is als
ingangsfunctie gekozen.
Het weergavetoestel (een andere
videorecorder of camcorder) is niet
juist aangesloten.
De diverse spanningsschakelaars
zijn niet in de aan-stand gedrukt.
De verkeerde ingangsfunctie is
geactiveerd.
De camcorder is niet juist
aangesloten.
De verkeerde ingangsfunctie is
geactiveerd.
OPLOSSING
Steek de stekker van het netsnoer in
een stopcontact.
Druk op de ‰ toets zodat de "‰"
indicator dooft.
Vervang de lege batterijen door
nieuwe.
OPLOSSING
Druk op PLAY zodat de " " indicator
dooft.
Controleer de cassette.
OPLOSSING
Indien u de RF OUT aansluiting
gebruikt. . .
. . . stem de TV op het VIDEO kanaal
af. (
blz. 5)
. . . voer "Instellen van het
videokanaal" uit. (
blz. 45)
Met gebruik van de AV verbinding
moet u de TV in de AV functie
schakelen.
Probeer handmatig de sporing te
regelen. (
blz. 14)
Raadpleeg uw JVC handelaar.
Stel de sporing handmatig in.
(
blz. 14)
OPLOSSING
Plaats een cassette of bedek de
opening van het wispreventielipje
met plakband.
Stel het gewenste kanal in.
Controleer dat de bron juist is
aangesloten.
Controleer dat de spanning van de
diverse toestellen is ingeschakeld.
Stel de "L-1", "L-2" of "F-1"
ingangsfunctie in.
Controleer dat de bron juist is
aangesloten.
Stel de "L-1", "L-2" of "F-1"
ingangsfunctie in.