M No.
INSTALLATIE
2.
Installatie
2.1
Doelmatig gebruik
Deze registerkassa is, met inachtneming van de installatievoorschriften, bedoeld voor de registratie van bedrijfsprocessen in
kantoor- en bedrijfsruimten. Hij is niet geschikt voor gebruik buitenshuis.
2.2
Plaatsingslocatie
-
Plaats de kassa in de buurt van een geschikt stopcontact (zie hoofdstuk 2.3 "Stroomvoorziening").
-
Aanwijzing: Door het gebruik van andere stopcontacten op het lichtnet kan schade aan de kassa worden veroorzaakt.
-
Controleer of het stopcontact gemakkelijk bereikbaar is en u in geval van nood de stekker uit het stopcontact kunt trekken.
-
Het stopcontact moet zich ook in de buurt van de kassa bevinden om hem in geval van twijfel te kunnen resetten (zie ook
hoofdstuk 12 "Resetprocedures").
-
Plaats de kassa op een voldoende groot, recht en stevig vlak.
-
Plaats de kassa zo, dat hij beschermd is tegen vocht, spatwater en hoge luchtvochtigheid.
-
Zet geen met water of een met andere vloeistof gevuld voorwerp op de kassa (zoals een vaas of iets dergelijks).
-
Vermijd blootstelling aan rook, stof, hevige bewegingen, chemicaliën, koude, warmte of direct zonlicht.
-
Zorg ervoor dat de kassa niet wordt blootgesteld aan onverwacht grote temperatuurschommelingen.
-
Plaats de kassa in de buurt van een geschikt stopcontact (zie hoofdstuk 2.4 "Preventieve maatregelen tegen storingen").
-
Leg of zet geen voorwerpen voor de kassa: Nadat een registratie is afgesloten gaat de geldla doorgaans automatisch open.
Wanneer er iets voor staat of ligt, bijv. een kop met (hete) inhoud, of een scherp of puntig voorwerp kan dat omgestoten worden
en zo een risico vormen.
2.3
Stroomvoorziening
Stroomvoorziening:
Bedrijfsspanning:
Bedrijfsfrequentie:
Opgenomen vermogen:
Toegestane bedrijfstemperatuur:
Sluit de kassa uitsluitend aan op een volgens voorschrift geïnstalleerd, geaard stopcontact.
Aanwijzing: Uitsluitend de kassa mag op het stopcontact zijn aangesloten. Er mag geen andere apparatuur op zijn aangesloten.
2.4
Preventieve maatregelen tegen storing
Om storingen door andere elektrische apparatuur te voorkomen, moeten beschermende maatregelen worden genomen aangepast
aan de omstandigheden ter plaatse.
Oorzaken voor storingen zijn bijv. schakelaars en schakelbeveiligingen voor elektrische verbruiksapparatuur, die of op de
kassacounters en de kassabanden, of in de nabijheid daarvan, in bedrijf zijn. Voorbeelden: Motoren van transportbanden,
transportrollen, hef- en stapelvoorzieningen, besturingen van foto-elektrische barrières, knipperelementen voor kassalampen en
alle andere elektrische verbruiksapparatuur die voor de kassa-, administratieve en controleprocedures nodig zijn.
Aanwijzing: Denk eraan dat de in de omgeving aangesloten apparatuur aan de CE-richtlijn voldoet.
CR2000-Sig-IM-NL-03.indb 11
Eén-fasenet met MP en SL (openbaar elektriciteitsnet)
230 Volt (± 10%)
50 Hertz
14 Watt
0°C tot 40°C
N
11
10/30/12 3:13 PM