Controleren op Veiligheid en Lekkages
Elektrische veiligheidscontrole
Voer na het voltooien van de installatie de elektrische
veiligheidscontrole uit. Controleer de volgende zaken:
1. Geïsoleerde weerstand
De geïsoleerde weerstand moet groter zijn dan 2MΩ.
2. Aarden
Na het voltooien van het aarden, moet u de
aardverspreidingsweerstand meten door een visuele
detectie en door een weerstandsmeter voor het aarden
te gebruiken.
Controleer of de aardverspreidingsweerstand lager is
dan 4Ω.
3. Controleren op elektrische lekkage (deze test uitvoeren
terwijl de eenheid is ingeschakeld)
Gebruik een elektrosonde en multimeter om te
controleren op elektrische lekkages tijdens een
testuitvoering. Schakel het apparaat onmiddellijk uit
als er een lekkage is. Probeer en evalueer verschillende
oplossingen totdat de eenheid goed functioneert.
Controleren op gaslekken
1. Water met een sopje:
Gebruik water met een sopje of een vloeibare
neutraal schoonmaakmiddel op de aansluiting
van de binneneenheid of de aansluitingen van de
buiteneenheid in combinatie met een zachte borstel
om te controleren op lekkages bij de aansluitpunten
van de pijpen. Als er luchtbellen ontstaan, dan is er
lekkage.
2. Lekdetector
Gebruik de lekdetector om lekkages te detecteren.
OPMERKING: Deze illustratie is er alleen ter
demonstratie. De daadwerkelijke volgorde van A, B,
C, D op de machine kan ietwat afwijken van de
eenheid die u hebt gekocht, maar in het algemeen zal
het hetzelfde zijn.
Controlepunt
binneneenheid
Controlepunt
buiteneenheid
A, B, C, D zijn punten voor het een-vier type.
Bladzijde 33