Bedrading buiteneenheid
WAARSCHUWING
Schakel de stroom naar het systeem uit voordat u
werkzaamheden aan de elektriciteit of bedrading
gaat uitvoeren.
1. De kabel op verbinden voorbereiden.
a. U moet eerst de juiste kabelmaat kiezen. Maak
gebruik van H07RN-F-kabels
Minimum dwarsdoorsnede van de stroom- en
signaalkabels (ter referentie).
Nominale stroom
van apparaat (A)
> 3 en ≤ 6
> 6 en ≤ 10
> 10 en ≤ 16
> 16 en ≤ 25
> 25 en ≤ 32
> 32 en ≤ 40
KIES DE JUISTE KABELGROOTTE
De grootte van de stroomkabel, signaalkabel,
zekering en schakelaar die nodig zijn, wordt
bepaald door de maximum stroom van het
apparaat. De maximum stroom wordt aangeduid
op een naamplaatje op de zijkant van het
apparaat. Raadpleeg dit naamplaatje voor het
kiezen van de juiste kabel, zekering of schakelaar.
b.
Strip het rubberen omhulsel aan beide kanten
van de signaalkabel weg met behulp van een
draadstriptang en leg ongeveer 15cm (5,9")
aan bedrading bloot.
c.
Strip de isolatie van beide uiteinden weg.
d.
Krimp u-lipjes aan beide uiteinden met behulp
van een crimp-tang.
OPMERKING: Neem het bedradingsdiagram
aan de binnenkant van de kap van de elektrische
regelkast strikt in acht tijdens het aansluiten van de
kabels.
Nominale
dwarsdoorsnede (mm
0,75
1
1,5
2,5
4
6
2
)
Bladzijde 27