toetsenbord: een invoerapparaat met schakelaars die worden geactiveerd
toewijzen: een ruimte of functie reserveren voor een bepaalde taak.
touchpad: een aanwijsapparaat dat in de polssteun van de TOSHIBA-
TTL: transistor-transistor logic. Een logisch circuit dat transistors gebruikt
U
uitvoer: de resultaten van een computerbewerking. Uitvoer verwijst
uitvoeren: een instructie interpreteren en ten uitvoer brengen.
Universal Serial Bus: met deze seriële interface kunt u communiceren
V
vaste schijf: een niet-verwisselbare schijf, die meestal met de letter C
vasteschijfstation: een elektromechanisch apparaat dat gegevens van
venster: een deel van het beeldscherm waarin een toepassing of
verwijderen: het verwijderen van gegevens van een schijf of ander
VGA: Video Graphics Array. Een industriestandaard voor grafische
vluchtig geheugen: RAM (Random Access Memory) waarin informatie
Gebruikershandleiding
door het indrukken van toetsen met opschriften. Elke toetsaanslag
activeert een schakelaar die een specifieke code naar de computer
zendt. De code die via een toets wordt verzonden, vertegenwoordigt
het (ASCII-)teken dat op deze toets is aangegeven.
computer is geïntegreerd. Ook wel aanraakvlak genoemd.
voor gates en opslag.
gewoonlijk naar gegevens die
1) op papier is afgedrukt, 2) op een beeldscherm wordt
weergegeven, 3) via de seriële poort of interne modem wordt
verzonden of 4) op een magnetisch opslagmedium is vastgelegd.
met diverse apparaten die in serie zijn verbonden met een enkele
poort van de computer.
wordt aangeduid. Deze schijf wordt in de fabriek geïnstalleerd en
kan alleen door een erkend monteur worden verwijderd. Ook wel
harde schijf of harddisk genoemd.
een vaste schijf leest en ernaar schrijft. Zie ook vaste schijf.
document wordt weergegeven. Vaak gebruikt als synoniem van een
®
Microsoft
Windows
opslagmedium. Synoniem van wissen.
adapters die alle populaire software ondersteunen.
bewaard blijft zolang de computer van stroom wordt voorzien.
®
-venster.
U300-serie
Woordenlijst-13