6.7 Eerste inbedrijfstelling
Een opwarmtijd van twee uren na het inschakelen stabiliseert de meetwaarden.
De nauwkeurigheid van de weegschaal is afhankelijk van de lokale valversnelling.
Beslist de in hoofdstuk "Justering" vermelde aanwijzingen in acht nemen.
6.8 Justering
Omdat de waarde van de g-versnelling niet op iedere plaats op aarde gelijk is, moet iedere
weegschaal – in overeenstemming met het ten grondslag dienende fysieke weegprincipe –
op de plaats van opstelling op de aldaar heersende g-versnelling afgestemd worden (enkel
indien de weegschaal niet reeds in de fabriek op de plaats van opstelling gejusteerd werd).
Dit justeerprocédé moet bij de eerste inbedrijfstelling, telkens na een wissel van de locatie
en ook bij schommelingen van de omgevingstemperatuur doorgevoerd worden. Om tot
nauwkeurige meetwaarden te komen, is het bovendien aanbevelenswaardig, ook in de
weegmodus periodiek te justeren.
6.9 Justeren (zie hoofdstuk 7.2.6)
Met een justeergewicht is de nauwkeurigheid van de weegschaal te allen tijde
controleerbaar en opnieuw instelbaar.
Let op:
Bij geijkte weegschalen is de justeermogelijkheid onmogelijk gemaakt.
werkwijze bij de justering:
Stabiele omgevingsomstandigheden in acht nemen. Een korte opwarmtijd van ca. 15
minuten voor de stabilisatie is noodzakelijk.
572/573/KB/DS/FKB-BA-nl-1774
25