Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
Schakelt over naar een pen voor het vrij tekenen.
Klik op
links van het pictogram om de kleur en breedte van
de penstreep te wijzigen.
Schakelt over naar een markeerstift voor het tekenen van door‐
schijnende lijnen.
Klik op
links van het pictogram om de kleur en breedte van
de markeerstift te wijzigen.
Schakelt over naar een zwarte pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke lijnen en
links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een rode pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke lijnen en
links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een blauwe pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke lijnen en
links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een gum.
Klik rechts van het pictogram voor het wissen van grotere gedeeltes
en links voor het wissen van kleinere gedeeltes.
a
• Als u op een vorm klikt tijdens het selecteren van
het gummetje, wordt de gehele vorm gewist. U
kunt niet een deel van een vorm verwijderen.
• U kunt afbeeldingen en sjablonen niet wissen.
Wist alle tekeningen.
Laat zien welk gereedschap u gebruikt met de pen
vinger
(EB-1430Wi).
: Pengereedschap gebruiken. De kleur van het pictogram geeft
de kleur van de pen aan.
: Gereedschap gebruiken om het object te selecteren of vast te
leggen, en een aanwijsgereedschap.
: Een vormgereedschap gebruiken.
: Wisgereedschap gebruiken.
Verbergt of toont de werkbalk tijdens het tekenen.
: De werkbalk is verborgen tijdens het tekenen.
: De werkbalk wordt altijd weergegeven.
Sluit de werkbalk.
• U kunt het volgende aantal afbeeldingen met de volgende afmetingen
a
op het whiteboard-scherm weergeven (inclusief afbeeldingen die op
het klembord zijn opgeslagen).
- Maximaal 20 bestanden per pagina en 1280 × 800 × 2 pixels
- Maximaal 1280 × 800 × 50 pixels voor alle pagina's
• Om een afbeelding te plakken, moet u dezelfde pen gebruiken die u
voor het knippen of kopiëren van de afbeelding hebt gebruikt.
• Getekende objecten worden vooraan in het geprojecteerde beeld
weergegeven. Maar met de groepsfunctie kunt u de volgorde
veranderen.
• Als objecten of afbeelding vanaf het geprojecteerde scherm worden
verplaatst, kunt u ze misschien niet selecteren.
92
of