5.
Selecteer de toepasselijke functiebevoegdheidsinstellingen voor elke gebruikerscategorie
in de tabel Feature Authorization (Functiebevoegdheid).
6.
Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
De instellingen voor afdrukbeveiliging selecteren
Met Instellingen voor afdrukbeveiliging kunt u:
■
Onafgedrukte beveiligde, persoonlijke en testtaken verwijderen.
■
Beveiligingsopties op de vaste schijf overschrijven.
■
Opties voor het herstellen van papierstoringen selecteren.
De instellingen voor afdrukbeveiliging instellen:
1.
Start de webbrowser.
2.
Typ het IP-adres van de printer in het veld Adres van de browser.
3.
Klik op Properties (Eigenschappen).
4.
Selecteer de map Security (Beveiliging) in de linkerzijbalk en selecteer Printing Security
Settings (Instellingen afdrukbeveiliging).
5.
Selecteer de relevante opties.
6.
Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
HTTPS configureren
HTTPS (SSL) selecteren:
1.
Start de webbrowser.
2.
Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser.
3.
Klik op Properties (Eigenschappen).
4.
Selecteer de map Security (Beveiliging) in de linkerzijbalk en klik vervolgens op HTTPS.
5.
Selecteer de relevante opties.
6.
Klik onderaan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Multifunctionele Phaser® 8560MFP/8860MFP-printer
4-16
Printerbeveiliging