6. Onderhoud
6.1. Algemeen
De intervallen voor smering en onderhoud die door de gebruiker moeten worden
uitgevoerd zijn:
- Dagelijks, bij alle configuraties voordat de machine voor een werkdag in gebruik wordt
genomen.
- Om de 8 bedrijfsuren, smering volgens smeerschema.
- Om de 250 uur, zie punt 6.5. Onderhoud om de 250 uur
Behalve deze controles moet service worden verricht door een vakman na 500
bedrijfsuren, en daarna periodiek om de 2000 bedrijfsuren/1-jaar service volgens het
onderhoudsschema volgens punt 11.1. Serviceschema.
Vul het serviceprotocol in, punt 11.2. Serviceprotocol, na verricht onderhoud.
GEVAAR
Controleer de bevestigingen regelmatig en let vooral
op scheurvorming. Risico op persoonlijk letsel en
schade aan eigendom.
WAARSCHUWING
Waarborg dat alle service- en
onderhoudswerkzaamheden worden verricht volgens
de aanbevelingen van de fabrikant. Gebrekkig
onderhoud kan defecten aan de basismachine en
toebehorende uitrusting veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij het vervangen van slangen mogen er alleen
slangen met een perskoppeling worden gebruikt.
Gebruik geen schroefkoppelingen. Risico op
persoonlijk letsel en beschadiging van eigendom.
WAARSCHUWING
Zie erop toe dat de vergrendelcilinder zich in
maximaal uitgeschoven positie bevindt voordat de
vergrendelhaak wordt gedemonteerd. Risico op
persoonlijk letsel en beschadiging van eigendom.
40
6 Onderhoud