plek waar de zonnecel zo lang mogelijk aan
direct zonlicht wordt blootgesteld.
Waarborg dat de zonnecel niet door een andere
lichtbron zoals bijv. tuin- of straatverlichting be-
invloed wordt, omdat daardoor het licht niet in-
schakelt als het donker wordt. Bij verminderde
helderheid gaat de lamp automatisch aan, bij nor-
male helderheid schakelt gaat de lamp weer uit.
Steek de lampions
zover in de grond (gras, bloemperk) totdat deze
stevig en rechtop staan (zie afb. C).
Lichtslinger in- / uitschakelen
(zie afb. D)
Schuif de schakelaar
„C" om de lichtslinger
lichtslinger
gaat bij schemering automatisch
8
aan resp. uit.
Schuif de schakelaar
om de lichtslinger
8
RGB-modus
Schuif de schakelaar
RGB-modus te activeren.
Als de kleurwisseling is geactiveerd, kunt u met
de MODE-knop
9
de kleurwisseling door het opnieuw indrukken
van de MODE-knop
positie W branden de leds wit.
Batterij vervangen
Opmerking: om een optimale prestatie te bereiken,
dient u de batterij elke 12 maanden te vervangen.
Schakel de lichtslinger uit door de schakelaar
in de positie „OFF" te schuiven.
10
Maak met behulp van een kleine kruiskopschro-
evendraaier de bevestigingsschroeven
Wip vervolgens het zonnepaneel
zonnecel-behuizing
vendraaier omhoog (zie afb. D).
met de grondpennen
6
in de positie „W" of
10
in te schakelen. De
8
in de positie „OFF"
10
uit te schakelen.
in de positie C om de
10
de huidige kleur fixeren of
laten doorlopen. In de
9
los.
12
van de
1
met een platte schroe-
2
Vervang de oude accu door een nieuwe; let erop,
dat de kabel niet beschadigd raakt. Let tijdens
het plaatsen op de juiste polariteit. Deze staat
in het accuvak. Gebruik alléén accu's van het
vermelde type (zie „Technische gegevens").
Plaats het zonnepaneel
behuizing
2
met behulp van een kleine kruiskopschroe-
12
vendraaier weer vast (zie afb. A en D).
7
Schuif de schakelaar
C voor wit licht of voor RGB-licht, om de lichts-
linger
in te schakelen.
8
Accu opladen
De laadduur van de accu's bij gebruik van de zon-
necel is afhankelijk van de lichtintensiteit van de
zonnestralen en de invalshoek van het licht op de
zonnecel. Zet de zonnecel zo haaks mogelijk op
de lichtinval. Zo krijgt de zonnecel het meeste licht.
De batterij wordt alleen in ingeschakelde toestand
opgeladen. Schuif hiervoor de schakelaar
positie „W" of „C".
Onderhoud en reiniging
De lichtdioden kunnen niet worden vervangen. De
bodem-lichtslinger met zonnecel is, afgezien van
het vervangen van de batterij, onderhoudsvrij.
Reinig de bodem-lichtslinger met zonnecel
regelmatig met een droge, pluisvrije doek.
Gebruik bij sterke verontreinigingen een iets
vochtige doek.
Storingen verhelpen
Opmerking: het apparaat bevat gevoelige elek-
tronische componenten. Daarom is het mogelijk dat
het door radiografische apparaten in de directe
omgeving verstoord wordt. Bij eventuele functionele
storingen moeten mogelijke storingsbronnen uit de
omgeving van het product worden verwijderd.
Opmerking: elektrostatische ontladingen kunnen
tot functiestoringen leiden. Verwijder bij dergelijke
weer op de zonnecel-
1
en draai de bevestigingsschroeven
in de positie W resp.
10
in de
10
NL/BE
33