De buisadressen automatisch instellen (Automatische buiskoppeling)
U kunt de automatische instelling van buisadressen gebruiken om het adres van elke MCU-poort die aangesloten is op een
binnenunit in te stellen.
Als een MCU-poort fout is ingesteld of een buis tussen een MCU en een binnenunit fout is aangesloten, dan wordt die binnenunit
aangeduid.
Items controleren vóór het uitvoeren van de automatische buiskoppeling
1. Zorg ervoor dat de onderhoudsklep van de buitenunit open is.
2. Zorg ervoor dat de stroomkabels en communicatiekabels van de binnen- en buitenunits correct zijn aangesloten.
3. Schakel de binnen- en buitenunits gedurende 6 uur aan voordat u de automatische instelling van buisadressen uitvoert om
beide units voldoende op te warmen.
4. Controleer voordat u de stroom inschakelt met behulp van een voltmeter en een fasetester of de spanningen en fasen correct
zijn.
- Controleer voor de R-, S-, T- en N-aansluitingen: zorg ervoor dat 380-415 V te lezen is tussen de lijnen (R-S, S-T, T-R) en 200-240
V (R-N, S-N, T-N) tussen fasen.
5. Zodra de stroom is ingeschakeld, stelt u de apparaten (binnenunit, MCU en andere) in die aangesloten zijn op de buitenunit en
stelt u de opties in.
Merk op dat er voordat de MCU-poortadressen worden ingesteld fouten kunnen voorkomen bij het instellen van MCU-
poortadressen (E216, 217, 218). U kunt de automatische instelling van buisadressen uitvoeren ongeacht of er fouten
voorkomen bij het instellen van de MCU-poort.
6. Als de OAP-leiding (Outdoor Air Precessing) of Hydro-unit aangesloten is, stel de buisadressen dan handmatig in en raadpleeg
daarbij "De buisadressen handmatig instellen".
7. Controleer de bedrijfstemperatuur voor de automatische instelling van buisadressen:
Als dit wordt uitgevoerd bij een temperatuur buiten het bedrijfstemperatuurbereik, kunnen de automatisch ingestelde
adressen fout zijn. Stel de buisadressen handmatig in en raadpleeg daarbij "De buisadressen handmatig instellen".
8. De Automatische buiskoppeling werkt niet binnen de 3 minuten na het inschakelen en resetten wegen een
communicatiecontrole.
45
30
24
-10
10
Binnentemperatuur (
[Bedrijfstemperatuur voor de Automatische buiskoppeling]
Hoofdkoeling
Hoofdverwarming
24
32
)
°C
55