Installeren en aansluiten
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan-
gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk
voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 2 ingangen JK op de
achterzijde. De audio en video Record/In in -
gangen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen 4 I van de AVR.
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan
worden aangesloten, raden we u aan de TV op
de Audio 1 Audio/Video Ingang 2 M aan te
sluiten zodat u kunt werken met de voorgepro-
grammeerde TV afstandsbedieningscodes voor de
Video 1 positie.
Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder,
kabel-TV converter of satellietontvanger op de
Video 2 Audio/Video Ingang JK aan te
sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-ingangen
van een DVD met DVD 5 C .
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optische of
Coaxiale digitale ingangen 9L4G.
Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1 L hoort. Alle andere gaan
standaard naar de analoge ingangen hoewel in
principe elke digitale bron op elke digitale audio-
ingang van de receiver kan worden toegewezen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien
S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang B
op de achterzijde van de receiver met de
composiet of S-Video ingang van de televisie of
videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide
component video aansluitingen hebben, sluit de
component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang F. Merk op dat
zelfs wanneer de component video-aansluitingen
gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog
steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen 5 of op de Coaxiale
of Optische digitale ingangen 9L.
7. Indien u een ander component video-apparaat
ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 component video-ingangen 8 De
audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen te
worden gemaakt op de Video 2 ingangen J
of op de Coaxiale of Optische digitale ingan-
gen 9L.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-uit-
gangen E aan op de component video-ingan-
gen van uw TV, projector of weergave-apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of
ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan
tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind
de audio, video en digitale audio uitgangen van
dat apparaat dan met de Front Ingangen
4GH. Een op Video 3 ingang H aange-
sloten apparaat wordt gekozen als Video 3
ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen 4G gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
ingang. Zie pagina 16 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Y/Pr/Pb Component, RGB (zie pagina 14)
S-Video of Composiet videosignalen kunnen
alleen in hun oorspronkelijke vorm worden
bekeken en worden niet omgezet naar andere
formaten.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook
voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde
wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en
verbonden met de aansluitingen van overeen-
komstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video-
signalen door de bron worden afgegeven, alleen
met een sync signaal in het 'G' signaal, zonder
een afzonderlijk sync signaal van de bron.
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13