4.4
Irrigatie-instellingen
Voor de configuratie van de irrigatieregeling zijn de volgende instellingen nodig:
Kranen toewijzen aan kraangroepen
Kranen tegelijk
Kalibreren EC- en pH-sensor
Flow sensor (bij gebruik van een literteller)
4.4.1
Kranen toewijzen aan kraangroepen
Het irrigatieprogramma werkt met kraangroepen. Een kraangroep bestaat uit één of
meerdere kranen met gezamenlijke startvoorwaarden en irrigatie-instellingen.
Om kranen aan een kraangroep toe te wijzen, dient u het volgende pad (per
kraangroep) te doorlopen:
Tik op kranen aan groep koppelen ' '. Een pop-up venster opent.
Selecteer de kranen die u aan de groep wilt toewijzen door deze aan te tikken.
De geselecteerde kranen krijgen een wit kader.
Tik op bevestigen ' '.
U heeft kranen aan een kraangroep toegewezen.
Figuur 4-9:
Het irrigatieprogramma biedt de mogelijkheid om voor iedere kraan een
aparte kraangroep te gebruiken.
4.4.2
Kranen tegelijk
Gebruik de instelling Kranen tegelijk om aan te geven hoeveel kranen tegelijk
geopend worden. Om kranen tegelijk in te stellen, doorloopt u het pad:
Tik op de instelling Kranen tegelijk. Een pop-up venster opent.
Vul het aantal kranen in.
Tik op bevestigen ' '.
U heeft ingesteld hoeveel kranen tegelijk open gaan.
Kranen toewijzen.
.
HortiMaX-Go!
.
31